De vergeten Opaalkust
Je hoeft voor oude steden, krijtrotsen, zandstranden en het spel van eb en vloed niet naar Normandië. Een paar honderd kilometer dichterbij vind je ze ook. Tussen de witte Cap Blanc-Nez en de grijze Cap Gris-Nez.
Toen de kinderen nog jong waren, gingen we jaar op jaar naar Texel. Buitenland in eigen land, door de veerboot. Je hebt er bos, strand, zee, duinen en een vliegveld waar vrijwel continu parachutisten neerdalen. Begon de jongste te jengelen, dan waren we vanaf elk punt op het eiland met maximaal een kwartier weer thuis.
Toen de oudste vijftien was, trokken we voor het eerste met z’n allen naar het buitenland: het Oetztal in Oostenrijk. Na die ervaring was Nederland toch wel erg klein, dus ook de jaren daarna reisden we in de zomervakantie naar Tirol. Toch bleef het wad trekken. Het was een toenmalige collega die me attendeerde op de noordkust van Bretagne. Volgens hem kon je daar genieten van de waddensfeer in het kwadraat.
Hij bleek niets te veel te hebben gezegd. De grillige Bretonse rotskust met het 2000 kilometer lange ”Sentier des Douaniers” (Douanepad) veroverde een blijvende plek in ons hart. Het gebied kent slechts één ”maar”: de afstand. Voor ons ruim 1000 kilometer. Dat is sowieso ver, maar het leek dubbel ver toen we halsoverkop moesten terugkeren naar Nederland omdat onze oudste zoon een ernstig ongeluk was overkomen. Ook die terugreis had iets van een trauma.
Krijtklif
Toen de volgende zomervakantie naderde, nam ik contact op met de reisorganisatie waar we de huisjes in Bretagne hadden geboekt. Aan de man die ik aan de lijn kreeg, vertelde ik wat de reden was dat we het nu dichter bij huis zochten. Met de vraag of hij ons kon adviseren. Zo kwamen we voor het eerst aan de ons toen onbekende Opaalkust terecht. Hij ging er zelf al jaren naartoe met zijn kinderen en had veel mensen zoals wij erop gewezen. We waren niet de enigen die de verre reis naar Bretagne bezwaarlijk vonden.
We boekten een huisje in het dorpje Escalles onder Calais, gelegen aan de voet van de imponerende witte krijtklif Cap Blanc-Nez. Het was een voormalige arbeiderswoning bij een monumentale Franse boerderij, amper 300 meter van zee, met uitzicht op de krijtrotsen van Dover. Bij helder weer zagen we ze scherp afgetekend aan de einder liggen. De afstand naar Engeland is hier nog geen 35 kilometer. Wie het Frans even heeft gehad, kan vanuit Calais in een uur naar de overkant varen voor een dagje Engels, een bezoek aan Dover Castle of een ”evensong” in de kathedraal van Canterbury.
Nederlands
Een eerste verkenning leerde ons dat de medewerker van de reisorganisatie met reden enthousiast was over deze streek. De Opaalkust doet vooral denken aan het 300 kilometer verderop gelegen Normandië en heeft her en der inderdaad trekken van Bretagne. Ooit hoorde dit gebied bij de Nederlanden. Plaatsnamen als Wissant, een verbastering van Wit zand, herinneren aan deze periode.
Verreweg het mooiste deel ligt tussen Escalles en de stad Boulogne-sur-Mer. De kust is het fraaist tussen de 134 meter hoge Cap Blanc-Nez en de 50 meter hoge Cap Gris-Nez, aan de ingang van het Kanaal. Liefhebbers van kustwandelingen kunnen hier hun hart ophalen. Het pad over de krijtrotsen stijgt en daalt, door de hoogteverschillen van de rotsformaties. Aan de ene zijde kijk je uit op het druk bevaren Kanaal, aan de andere zijde op glooiend akker- en weideland met oude hoeven en blank Frans vee.
Wie terug over het strand wil lopen, moet niet vergeten bij een VVV een getijdentabel te halen. Bij eb trekt het water zich honderden meters terug, waardoor een prachtig zandstrand ontstaat. Ideaal voor liefhebbers van skimboarden. Bij vloed klimt het water tot aan de krijtrotsen, in zeer rap tempo.
Vissersplaatsjes
Een absolute aanrader is de wandeling van het dorpje Tardinghen naar de Cap Gris-Nez. Het kerkje van Tardinghen ligt op een heuvel die een imponerend uitzicht biedt. Wie niet al te ver wil lopen, moet na het genot van dit panorama wat verder doorrijden naar zee. Daar is een parkeerplaats te vinden. Ook de grijze krijtkaap kan zowel via het strand als over de rotsen worden bereikt. Het levert een prachtige rondwandeling op, met als rustpunt restaurant La Sirène aan de voet van de Cap Gris-Nez. Voor een goede kop koffie en het verzamelen van moed voor het beklimmen van de klif.
Voorbij de krijtrots met z’n vuurtoren liggen de voormalige vissersplaatsjes Audresselles en Ambleteuse, schilderachtige Franse dorpjes. Er zijn nog altijd wat dorpelingen die van de visvangst leven. Ze gooien het net uit in het Kanaal. De vangst wordt lokaal afgezet. De oude huisjes in pastelkleuren, de smalle straatjes, de geur van verse vis, het geruis van de zee, we kregen er nooit genoeg van.
Over een strand dat is bezaaid met schelpen en kleurrijke stenen wandel je in pakweg drie kwartier van Audresselles naar Ambleteuse. Blikvanger is het 17e-eeuwse fort aan de monding van het riviertje La Slack, dat bij Ambleteuse uitmondt in zee. Het kreeg de naam Vauban, naar de beroemde bouwmeester Sébastien le Prestre, Seigneur de Vauban. Onder het bewind van koning Lodewijk XIV bouwde hij tal van dit soort vestingwerken. Het fort bij Ambleteuse ligt bij eb op het strand, bij vloed in het water. Beide fascinerend. Ten zuiden van het dorp is het natuurgebied Dunes de la Slack te vinden, toegankelijk voor wandelaars.
Boulogne
Het stokoude Boulogne-sur-Mer, onder de Romeinen al van betekenis, verdient een bezoek van minimaal een middag. Wanneer je over de wallen flaneert, door de straatjes in het historische centrum slentert of het 13e-eeuwse Château d’Aumont bezoekt, waan je je met enige fantasie in oude tijden. Wie moe wordt en van kerken houdt, moet beslist naar de basiliek Notre-Dame. Om daar zomaar een uur te gaan zitten en de eeuwen op zich te laten inwerken.
Wij maakten er eens een huwelijksdienst mee, van een bruidspaar uit gegoede families. Terwijl de kerk geopend bleef voor publiek, vond de plechtigheid plaats. Een strijkje bracht barokmuziek ten gehore. Tijdens de eucharistieviering speelde de organist ”Amazing grace”. Een solozangeres met de stem van een muze zong couplet na couplet van het calvinistische gezang. Je maakt soms vreemde dingen mee.
De stad heeft de grootste vissershaven van het land. En voor wie wil weten hoe vissen leven, is er Nausicáa, het grootste zeeaquarium van Europa. Onze jongste zoon, groot liefhebber van hengelen, keek er zijn ogen uit. In de haven van Boulogne ving hij helaas niets.
Montreuil
Ook landinwaarts heeft de Opaalkust het nodige te bieden. Tijdens de vakanties die wij er doorbrachten, gingen we steevast een keer naar het vestingstadje Montreuil-sur-Mer. Het dankt z’n achtervoegsel aan het feit dat het lang geleden een haven had die via het riviertje de Canche verbonden was met de zee. Het hooggelegen historische deel wordt omgeven door een stadsmuur zoals je die zelden ziet. Goed voor een heerlijke rondwandeling die zowel een indruk geeft van de omgeving als van de middeleeuwse binnenstad. Die kun je aansluitend doorkruisen.
Wie met jonge kinderen over de wallen loopt, moet ze wel stevig aan de lijn houden. Als ze van de onbeveiligde stadsmuren vallen, storten ze tientallen meters naar beneden. Dezelfde waarschuwing geldt voor hen die het pad over de krijtrotsen bewandelen. Met veiligheidsvoorschriften en -maatregelen is Frankrijk schaars.
Aan de rand van het stadje lag eens een kasteel. De resten zijn er nog te zien. Elk jaar worden hier in de zomer passages uit het beroemde boek ”Les misérables” van Victor Hugo uitgebeeld. ’s Avonds laat, door figuranten in historische kledij, te voet of te paard. Een imposant schouwspel.
En dan is er ”La Coupole”, het sinistere bunkercomplex bij het dorpje Helfaut, 5 kilometer van Saint-Omer. Adolf Hitler liet het bouwen voor de opslag en lancering van V2-raketten, waarmee Engeland werd bestookt. Centrum van het complex is een 40 meter hoge koepel met metersdikke muren. Voor mensen die aan claustrofobie lijden is het Duitse prestigeproject geen aantrekkelijke plek, weten we uit ervaring.
Liefhebbers van oorlogshistorie kunnen hier probleemloos een dag doorbrengen. Het museale complex geeft een aangrijpend beeld van de nietsontziende middelen en methoden waarmee nazi-Duitsland Europa probeerde om te vormen tot een Germaanse grootmacht. Na een bezoek van enkele uren in de bunker sta je letterlijk met je ogen te knipperen als je weer buiten staat.
Moerasgebied
Wie behoefte heeft om alles wat hij zag en hoorde in stilte te verwerken, moet doorrijden naar Audomarois, het moerasgebied bij Saint-Omer. Her en der zijn roeiboten te huur, waarmee je het labyrint van meren, plassen en watergangen kunt verkennen. Aan de spanen, met de rug naar de steven gekeerd, waan je je in de Biesbosch. Of de Weerribben. Als je het op de laatste dag doet, verloopt de overgang naar eigen land daardoor soepel.