Waarom groep 8 vanaf dinsdag een nieuwe toets krijgt voorgeschoteld
De kansenongelijkheid tussen Roderick en Achmed verkleinen. Dat is het doel van de nieuwe doorstroomtoets, die voor veel kinderen in groep acht dinsdag van start gaat. Maar verandert er wel echt wat?
Een soort finale test van alles wat je geleerd had op de basisschool. Dat was de eindtoets. Wie net z’n dag niet had, kon zomaar een stuk beneden z’n niveau scoren. Gelukkig was er ook nog het oordeel van de leerkracht die z’n kinderen van haver tot gort kende. Dat samen moest leiden tot een goed schooladvies. Met de nieuwe doorstroomtoets moet minder de nadruk liggen op de finale eindtest en duidelijker worden dat een leerling zich blijft ontwikkelen.
„Komen ze nou alweer met wat nieuws?” Dat dachten Jacobien van Dijk (41) en Leanda van Dam (34), allebei jarenlang werkzaam als juf in groep acht op reformatorische basisschool De Olijfboom in Capelle aan den IJssel, toen ze over de nieuwe doorstroomtoets hoorden. „De politiek houdt zich erg met het onderwerp bezig. Dat is ook wel begrijpelijk, want naast ouders en leerkrachten wil ook politici het beste voor het kind”, zegt Van Dijk. Hoewel de toets een nieuwe naam heeft, verandert er volgens de leerkrachten inhoudelijk gezien niets aan de test.
Wat wel wijzigt is het toetsmoment; dat vindt nu eerder in het jaar plaats. Daarnaast is er anders dan voorheen één vaste week waarin alle leerlingen zich met een definitief schooladvies aanmelden voor de middelbare school. Het doel daarvan is dat leerlingen evenveel kans maken op een plek op de school van hun voorkeur. Van die kansenongelijkheid merken de leerkrachten op De Olijfboom echter maar weinig. „Het reformatorisch voortgezet onderwijs in Rotterdam zit te springen om kinderen. Alle leerlingen van onze school kunnen daar terecht.”
Gymnasium
Op seculiere scholen in de Randstad is van die kansenongelijkheid volgens haar wel sprake. „In Amsterdam zie je dat ouders hun kinderen direct na het voorlopige advies van de docent op een goed aangeschreven gymnasium aanmelden. Kinderen met een migratieachtergrond worden bij een voorlopig advies echter vaak lager ingeschat. Als hun definitieve schooladvies na de toets hoger uitvalt, zit datzelfde gymnasium al vol en vissen zij dus achter het net.” Ook het switchen van school komt vanaf dit jaar minder voor, omdat kinderen zich nu met een definitief in plaats van een voorlopig schooladvies aanmelden.
Het gewicht van de toets is door de jaren heen afgenomen, zien beide leerkrachten. „Vroeger deden kinderen eerst de eindtoets en daarna gaven wij als docenten nog ons oordeel”, zegt Van Dijk. Sinds een jaar of tien werd de volgorde omgedraaid; kinderen krijgen op De Olijfboom nu eind groep zeven en halverwege groep acht al voorlopige adviezen. Daarna wordt de toets pas gemaakt.
„De test fungeert als een bevestiging van ons oordeel. We zien dat de leerling inderdaad het niveau heeft dat wij dachten. Soms geeft de toets ons het laatste zetje als we twijfelen tussen twee niveaus”, zegt Van Dijk. De druk om te presteren is door de verandering in volgorde voor veel kinderen afgenomen. Van Dam: „Ze hebben al een idee welk niveau ze gaan doen. Dat neemt de spanning weg.”
Puberteit
Af en toe komt het voor dat een leerling fors beter of slechter scoort dan het niveau van het voorlopige advies. „Het advies was bijvoorbeeld mavo, maar een leerling scoort op de toets havo”, verduidelijkt Van Dijk. Op De Olijfboom gebeurt zoiets jaarlijks bij twee tot vier leerlingen. Bij een hogere score kan het advies een niveau naar boven bijgesteld worden. Bij een lagere score gaat de leerling echter geen niveau naar beneden. „Een toets is een momentopname. Een kind kan gespannen zijn of slecht geslapen hebben.”
Een schooladvies biedt geen garantie dat het kind het niveau ook daadwerkelijk haalt, onderstrepen de leerkrachten. „Er zijn zoveel factoren die daar effect op hebben. Denk aan de puberteit, de thuissituatie of welke vrienden een kind krijgt”, vertelt Van Dam. De docenten maken zelden mee dat ouders het oneens zijn met het schooladvies. Van Dijk: „We beginnen vanaf groep 1 al met het delen van de voortgang van de ontwikkeling van kinderen met ouders. Vanaf groep 3 voegen we daar ook de toetsresultaten aan toe. Ouders hebben in groep acht echt wel een idee welk niveau hun kind heeft.”