Minister vindt het te vroeg voor vrouwenquotum in besturen
Demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vindt het te vroeg om te zeggen of het vrouwenquotum voor het Nederlandse bedrijfsleven ook moet worden uitgebreid naar de raden van bestuur. Hij wil eerst kijken of de huidige wet het gewenste effect heeft op een gelijkere man-vrouwverhouding in de top van grote bedrijven. Nu is het zogeheten ingroeiquotum er alleen nog voor de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven in Nederland.
Onderdeel van de in 2022 ingevoerde Wet ingroeiquotum en streefcijfers is dat minstens een derde van de commissarissen van beursgenoteerde bedrijven vrouw is. Andere grote organisaties moeten streefcijfers formuleren voor de man-vrouwverhouding in de top. Uit maandag gepubliceerde data van de Sociaal-Economische Raad (SER) blijkt dat het quotum voor raden van commissarissen (rvc’s) effect heeft, want het aandeel vrouwen stijgt onder commissarissen een stuk harder dan onder bestuursleden. De rvc heeft een toezichthoudende functie, terwijl een raad van bestuur bezig is met het dagelijks besturen van een onderneming.
Dijkgraaf zei tijdens de presentatie van de nieuwe diversiteitstool van de SER dat later gekeken moet worden of nog een extra impuls nodig is om de diversiteit binnen de top van het bedrijfsleven te verbeteren. Nu is diversiteit binnen een organisatie in elk geval onderwerp van gesprek, omdat grote bedrijven verplicht zijn om over diversiteit in de top te publiceren. Met de nieuwe tool van de SER kan iedereen de man-vrouwverhouding in het bestuur, rvc en de subtop van meer dan 2000 grote bedrijven zien.
In 2027 wordt de wet geëvalueerd, meldt SER-voorzitter Kim Putters.