Veel minder valse eurobiljetten aangetroffen in Nederland
In Nederland zijn vorig jaar 17.400 valse eurobiljetten uit de omloop gehaald, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Dat is volgens de toezichthouder een historisch laag aantal en ruim de helft minder dan in 2022. Het 50 eurobiljet is in Nederland nog steeds het meest aangetroffen vervalste biljet, maar het aantal ervan is sinds 2015 gestaag gedaald.
Mogelijke verklaringen voor de daling zijn volgens DNB het afnemend gebruik van contant geld, oplettende winkeliers die biljetten controleren op echtheid en aandacht vanuit politie en justitie bij het bestrijden van deze vorm van criminaliteit. Ook werden in 2023 minder valse eurobiljetten van 100 en 200 uit de circulatie gehaald. In 2022 werden er nog opvallend veel briefjes van 100 en 200 euro uit de omloop gehaald als gevolg van een beperkt aantal oplichtingszaken met valse biljetten van zeer lage kwaliteit.
Eurobiljetten zijn met echtheidskenmerken als een watermerk en hologram goed beschermd tegen vervalsingen. Deze zijn makkelijk met het oog te controleren. Ook gebruiken winkeliers steeds vaker detectieapparaten die door de Europese Centrale Bank (ECB) zijn gecertificeerd.
In Duitsland werden juist meer valse eurobiljetten in beslag genomen. Volgens de Bundesbank ging het om bijna 56.600 valse biljetten, wat een stijging van 28 procent vergeleken met 2022 is. In 2015 werd nog het recordaantal van 95.400 valse biljetten uit omloop gehaald in Duitsland, aldus de centrale bank in Frankfurt.
Wereldwijd werden in 2023 467.000 valse eurobiljetten aangetroffen. Voor het publiek en de winkeliers is de kans op het aantreffen van een vals biljet erg klein. Wereldwijd zijn in totaal 30 miljard echte eurobiljetten in omloop.