Dorcas is een van deze organisaties. „We roepen de Nederlandse overheid op te blijven investeren in humanitaire ondersteuning”, zegt Agnes Kroese, algemeen directeur van de stichting. „Er zijn signalen dat de huidige onderhandelende partijen, waaronder de PVV, niet positief tegenover nood- en ontwikkelingshulp staan. Dat baart ons zorgen. De oorlog duurt nu bijna twee jaar, maar de nood is niet kleiner geworden. Het blijft daarom essentieel dat het kabinet achter het Oekraïense volk blijft staan.”

Ook Gerben Heldoorn, algemeen directeur van Kom over en Help, heeft de brief ondertekend. „In de media hoor je de laatste tijd veel over het al dan niet leveren van wapens, maar humanitaire steun is minstens zo belangrijk.”

Stichting Hulp Oost Europa heeft voornamelijk projecten in het westen van het land. Allard Selles, bureaumanager van de organisatie: „We ondersteunen scholen, een kindertehuis en evangelisten. In het westen wonen veel vluchtelingen uit het oosten. Zij hebben steun broodnodig. We roepen de Nederlandse regering op hulp mogelijk te blijven maken.”

Selles merkt dat er veel angst heerst onder de lokale bevolking. „De laatste tijd worden ook plaatsen in het westen door hevige raketaanvallen geraakt. De toekomst is zo onzeker.”

Moeheid

Heldoorn was in augustus vorig jaar voor het laatst in Oekraïne. Volgens hem heeft het Oekraïense volk water, voedsel en medicijnen nodig, maar is ook psychologische hulp onmisbaar. „De aandacht voor de mentale gezondheid zit niet zo in de cultuur. Daarom steunen we partners in Oekraïne die sociaal-maatschappelijk werkers trainen, zodat zij mensen die veel meegemaakt hebben, kunnen helpen.”

Ook Kroese heeft Oekraïne meermaals bezocht. „Wat ik daar zag, heeft veel indruk op me gemaakt. Mensen zijn strijdvaardig, maar worden ook gekweld door de onzekerheid over het lot van dierbaren. Daarom hebben ze mentale ondersteuning nodig. Als Oekraïners niet geholpen worden bij het verwerken van hun trauma’s, zullen ze nooit meer een enigszins normaal leven kunnen leiden.”

Verschillende hulporganisaties zijn voor hun inkomsten deels afhankelijk van overheidssubsidies. Kroese: „Een afname van de overheidssteun vanuit Nederland raakt Oekraïne dus niet alleen direct, maar heeft ook gevolgen voor de projecten die wij er hebben.”

Maaltijd

Omdat veel organisaties voor hun projecten mede afhankelijk zijn van geld van kerken en particulieren, worden ook zij opgeroepen het Oekraïense volk niet te vergeten.

Kroese: „Ik constateer een zekere moeheid onder de Nederlandse bevolking, omdat er geen einde aan de oorlog lijkt te komen. Toch moeten we ons blijven inzetten voor onze naasten. Dat is onze Bijbelse plicht. Gelukkig is het door onze trouwe achterban nog altijd goed mogelijk ons werk te doen.”

Kom over en Help wordt eveneens gesteund door trouwe donateurs, zegt Heldoorn. „In 2022 hebben we veel extra giften gekregen. In 2023 nam dat iets af, maar we mogen niet klagen. Er wordt nog altijd royaal gegeven. Wel is het nodig de situatie in Oekraïne blijvend onder ogen te brengen, omdat de aandacht anders verslapt.”

Stichting Hulp Oost Europa krijgt geen overheidssubsidie en is daarom volledig afhankelijk van giften. Selles: „We zijn dankbaar dat er in 2023 geen daling te zien was in het aantal donaties. Dankzij onze achterban konden we vorig jaar elke schooldag 300 kinderen een maaltijd aanbieden. Dat kunnen we ook dit jaar weer doen.”

Steun aan Oekraïne is ook voor Nederland zelf van belang, zegt Heldoorn. „Het is niet gezegd dat de oorlog overslaat naar West-Europa, maar Oekraïne is wel een land aan onze Europese grens. Ik vraag me weleens af of we dat voldoende beseffen.”

Kroese hoopt dat de brandbrief in Den Haag serieus genomen wordt. „De brief is door veel organisaties ondertekend. Dat laat zien dat er in de samenleving nog altijd steun voor Oekraïne is. Als politieke partijen vertegenwoordigers willen zijn van hun kiezers, gaan ze op ons verzoek in.”

Meer overOorlog in Oekraïne