Zuid-Holland weet alleen dat Westland geen asielopvang wil
De provincie Zuid-Holland weet alleen van de gemeente Westland dat het geen asielzoekers wil opvangen. Volgens de woordvoerder van commissaris van de Koning Jaap Smit zijn er „momenteel geen signalen van andere gemeenten zoals van Westland”.
Een meerderheid van de Westlandse raad gaf begin deze week aan niet te willen meewerken aan uitvoering van de spreidingswet. Burgemeester Bouke Arends liet in een reactie daarop weten dat zijn gemeente gewoon zal handelen „binnen de kaders van de wet”.
Westland vangt al jaren geen asielzoekers op. De tuinbouwgemeente, bestaande uit elf kernen met in totaal ongeveer 115.000 inwoners, zorgt wel voor de huisvesting van zogeheten statushouders (asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen).
Nu de Eerste Kamer dinsdag de spreidingswet heeft aangenomen, krijgen de twaalf provincies begin februari te horen hoeveel asielopvangplekken ze moeten regelen. Onder leiding van de commissaris van de Koning wordt aan de provinciale regietafel besproken hoe de gemeenten die opgave onderling verdelen. Dat wil niet zeggen dat iedere gemeente verplicht is om voor opvang te zorgen.
Op 1 november moeten de provincies doorgeven of hun gemeenten voldoende plekken aanbieden om de taakstelling te halen. Als dat niet lukt, kan het ministerie de druk opvoeren en uiteindelijk zelf een locatie aanwijzen waar opvang moet komen.
Van alle provincies heeft Zuid-Holland niet alleen de grootste opgave wat betreft het opvangen van asielzoekers, maar ook de grootste achterstand. Zuid-Holland moet op dit moment zorgen voor bijna 27.000 plekken. De meest bevolkte provincie van Nederland (3,8 miljoen inwoners) heeft nu slechts zo’n 2000 langdurige opvangplekken en ruim 6000 via noodopvang. Zuid-Holland voldoet grotendeels wel aan de taakstelling wat betreft de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne (bijna 14.000).