Dat bericht hulporganisatie Open Doors. De veertien christenen werden vastgehouden in de Trahyl-gevangenis in Jeddah. Ze leefden daar met 200 tot 300 andere gevangenen op een grote zaal. Ze klaagden over hun verblijf: „We bevinden ons tussen zware criminelen. We slapen op een betonnen vloer. Het voedsel ziet eruit als varkensvoer.” Begin januari van dit jaar meldde de organisatie International Christian Concern (ICC), die contact met de veertien gevangenen had, dat hun situatie uitzichtloos leek. Vijf van de veertien christenen waren ziek. Ze leden aan dysenterie, maar er was geen enkele medische zorg. Eind januari werden plotseling de eersten van de veertien christenen vrijgelaten.

De echtgenote van de nu vrijgelaten Dennis Moreno blijft nog enkele weken met hun drie kinderen in Saudi-Arabië. Zij wil eerst haar contract als verpleegster afmaken. In mei zal ze haar man volgen naar Manilla.

Kerkgang is in Saudi-Arabië, een soennitisch moslimland, ten strengste verboden. Van juli tot september vorig jaar ging er een golf van arrestaties door het moslimkoninkrijk. Al jaren achtereen voert het land de ranglijst van christenvervolgende landen aan.

De veertien mensen mogen nu dan vrij zijn, zegt Open Doors, zij zijn wel hun werk kwijt en hebben bovendien een financiële bonus verspeeld. „Vanwege hun christenzijn werden zij in Saudi-Arabië als misdadigers behandeld.”

Drie Ethiopische christenen blijken in de Trahyl-gevangenis in Kabul zwaar mishandeld te zijn. Bahru Mengistu, Tinsaie Gezachew en Gebeyehu Tefera kregen ieder tachtig slagen met een soepele stalen kabel toegediend. Toen zij zich na hun mishandeling bij de ziekenboeg vervoegden om hun wonden te laten behandelen, werden zij geslagen met de woorden: „Kom maar terug als je dood bent.”

Open Doors legt zich sinds 1955 toe op de ondersteuning van christenen in landen waar zij om hun geloof worden vervolgd.