BinnenlandStrandbebouwing

Vanaf het strand is de bebouwing, waar ook ter wereld, nooit ver weg

Op een gemiddeld zandstrand op de wereld hoef je echt niet ver van de vloedlijn te lopen om bebouwing tegen te komen. Dat is een groeiend probleem. „Niet alleen voor de natuur maar vooral ook voor onze waterveiligheid.”

Rob Buiter, Trouw
22 January 2024 14:19
Dronefoto van strandgangers tijdens de winter op het strand van Zandvoort. beeld ANP, Remko de Waal
Dronefoto van strandgangers tijdens de winter op het strand van Zandvoort. beeld ANP, Remko de Waal

Niet meer dan 390 flinke stappen. Dat is de afstand die je gemiddeld, waar ook ter wereld, moet lopen om vanaf de vloedlijn op het strand naar de eerste de beste bebouwing te lopen. Als je vanaf een warm strand op weg bent naar een ijsje, voelt die 390 meter misschien nogal ver, beaamt kustecoloog Eva Lansu. „Maar als je bedenkt dat dit de gemiddelde afstand is voor echt álle zandstranden op de wereld, dan ligt de bebouwing wel héél dicht bij al onze kusten.”

Lansu publiceerde afgelopen week de resultaten van een omvangrijk rekenwerk in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications. Samen met collega’s van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Utrecht, TU Delft, Deltares en Staatsbosbeheer nam ze echt álle zandstranden van de wereld onder de loep.

Zij kon daarbij voortbouwen op het werk dat kustonderzoeker Arjen Luijendijk eerder had gedaan voor de TU Delft en Deltares. Die had al een enorm bestand opgebouwd van alle zandstranden op de wereld, minus de zandige kusten van Antarctica en andere stranden die permanent onder het ijs liggen.

Op die in kaart gebrachte zandstranden projecteerde Lansu de openbaar beschikbare landkaarten van OpenStreetMap. Vervolgens liet zij een zelfgeschreven wiskundig programma op haar computer op iedere kilometer van de kust een lijn trekken, haaks op de vloedlijn, om daarna te meten wanneer die lijn de eerste infrastructuur kruist. Het resultaat: gemiddeld ligt op 390 meter van de vloedlijn een verharde weg of een gebouw. Niet alleen in Scheveningen of Zandvoort, maar ook bij een strand aan de rand van het Amazonewoud, de westkust van Namibië of de desolate kusten van Australië.

„Zo samengevat klinkt het wel erg eenvoudig”, protesteert Lansu met een knipoog. „In werkelijkheid was het zelfs voor een computer een enorme klus. Mijn laptop heeft dagen staan stampen op deze berekeningen.”

De onderzoekster moest ook nog de nodige correcties inbouwen. „We hebben niet alleen de ijzige kusten van Antarctica en het noordpoolgebied uitgesloten. Ook kleine, onbewoonde eilandjes, zoals Griend in onze eigen Waddenzee, hebben we uitgesloten. Wanneer mijn denkbeeldige lijn binnen 25 kilometer van de kust alweer een volgende kustlijn trof, zonder onderweg infrastructuur te hebben gekruist, zou dat onze metingen te veel verstoren.”

IJsvrije kusten

Met in totaal meer dan 235.000 metingen bestreek het onderzoek van Lansu en collega’s uiteindelijk ongeveer een derde van de ijsvrije kusten van de wereld.

De luttele 390 meter onbebouwde kust die onze wegen en gebouwen van de zee scheidt, is problematisch, stelt Lansu. „Stranden en duinen vormen een natuurlijke en vooral heel goede kustverdediging. Ze zijn een buffer tussen de zee en de bewoning. Je kunt op steeds meer plaatsen zien wat er gebeurt wanneer die buffer te smal wordt of helemaal wegvalt. Je hoeft echt niet lang te zoeken op internet om beelden te vinden van golven die complete huizen of wegen opslokken.”

Maar het is meer dan alleen die kustverdediging, stellen de onderzoekers. Uit de buffer tussen zee en bebouwing komt ook heel veel drinkwater. En, zeker niet als laatste, benadrukken de onder­zoekers de natuurlijke waarden van de duinen. „Wanneer we de biodiversiteit ook in onze analyse mee­nemen, zien we dat de natuurlijke rijkdom extreem afneemt wanneer de buffer tussen zee en bewoning te smal wordt.”

Open deur

De afstand tussen de kustlijn en bebouwing is vooral kort in landen met meer inwoners per vierkante kilometer en met een hoger bruto nationaal product. „Een beetje een open deur misschien”, erkent Lansu. „Mensen wonen nu eenmaal graag in de buurt van de kust, het meeste vruchtbare land ligt in delta’s en hoe meer mensen, hoe drukker het dus aan de kust wordt.”

Deels ligt daar ook een oplossing voor het probleem, denkt de onderzoekster. „Met de opwarming van het klimaat en de stijging van de zeespiegel zul je zien dat er langs steeds meer kusten problemen ontstaan. En dan kunnen landen met een hoog bnp, zoals Nederland, met heel veel inwoners dicht langs de kust, dat nog wel een tijdje opvangen. Wij zijn bijvoorbeeld heel goed in het uitbreiden van het strand. Tegenwoordig doen we dat ook met enorme suppleties zoals de zandmotor bij Monster. Daarmee kunnen we in één klap de kust voor meerdere decennia een stukje zeewaarts opschuiven.”

Verplaatsen

Toch kan die oplossing niet altijd doorgaan, denkt Lansu. „Op een gegeven moment kunnen we niet meer tegen de stijgende zee op suppleren. In ons artikel zeggen we dat het verplaatsen van infrastructuur de beste oplossing is. Dat klinkt misschien wat naïef; alsof je Scheveningen even oppakt en land­inwaarts verplaatst. Maar er komt een moment dat de wal het schip keert. Dan doet zich een ramp voor en kunnen we niet anders.”

Tot het zo ver is, benadrukken de onderzoekers dat het goed zou zijn om te behouden wat we nog hebben aan natuurlijke buffers. „Gelukkig zien we in onze analyses dat bescherming van kusten goed werkt. Bij beschermde strand- en duingebieden blijkt de gemiddelde afstand tot infrastructuur en bebouwing gemiddeld vier keer zo groot.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer