Kerk & religie

Philip Doddridge: predikant, dichter en pedagoog

Sommige eindexamenkandidaten lezen voor hun literatuurlijst Nederlands het achttiende-eeuwse boek ”Sara Burgerhart”. Het vertelt over de opvoeding van een weesmeisje volgens de normen van de verlichting. Allerlei personen komen langs, ook de bekeerde Stijntje Doorzicht. Zij leest in haar stille tijd vertaalde godsdienstige boeken, waaronder die van de predikanten Chr. Love en Ph. Doddridge. Wie was deze Doddridge?

A.B. Goedhart
18 January 2024 19:42Gewijzigd op 18 January 2024 22:16
Interieur van de United Reformed Church, Doddridge Street, Northampton, waar Philip Doddridge predikant was. beeld Wikimedia
Interieur van de United Reformed Church, Doddridge Street, Northampton, waar Philip Doddridge predikant was. beeld Wikimedia

Philip Doddridge werd op 26 juni 1702 in Londen geboren. Zijn vader Daniel was koopman. Zijn godvrezende moeder Monica, die de grootste invloed op hem had, was wees. Haar vader was ds. Johan Bauman, een luthers predikant die uit Praag was gevlucht om aan geloofsvervolging te ontsnappen. Op zijn vlucht naar Engeland had hij een Lutherbijbel meegenomen, waarin deze woorden stonden, uit Psalm 119: „De wet van Uw mond is beter voor mij dan duizenden stukken goud en zilver” (Engelse vertaling).

Monica en Daniel, beiden dissenters (niet-anglicanen), trouwden en kregen eerst negentien kinderen, van wie er slechts één overleefde. De twintigste en laatste baby uit hun huwelijk was bij zijn geboorte zo zwak dat de dokter hem apart legde, want hij dacht dat hij levenloos was. Maar terwijl het kind daar lag, begon het te huilen. Toen het in moeders armen lag, noemde zij hem Philip en droeg hem op aan de Heere.

Toen Philip nog een kleuter was, vertelde Monica hem Bijbelverhalen aan de hand van Delfts blauwe tegels met Bijbelse taferelen. Deze hingen naast de open haard in de woonkeuken.

Philips moeder stierf toen hij acht was en zijn vader overleed vier jaar later. Als wees bleef hij achter. Maar gelukkig werd hij verzorgd door vrienden van zijn familie. Eerst werd de getalenteerde Philip opgeleid aan een privéschooltje in Londen. Daarna bezocht hij een gymnasium, als voorbereiding op de universiteit. In 1715 werd hij over geplaatst naar een andere (privé)school, waar hij sterk werd beïnvloed door de presbyteriaanse predikant Samuel Clark.

Het gestrooide zaad van Gods Woord mocht vrucht dragen. Op nieuwjaarsdag 1718 legde Philip openbare belijdenis van het geloof af. Een maand later mocht hij voor het eerst deelnemen aan de maaltijd des Heeren, die werd bediend door zijn geestelijke vader en vriend ds. Clark. Als voorbereiding op deze dag las hij ”Aan Zijn Tafel” van M. Henry. Ook Bunyans boeken hadden hem wat te zeggen; evenals die van de predikanten Baxter en Bolton.

Studie

Philip dacht dat hij predikant moest worden, maar vergiste hij zich niet? Wie moest die studie betalen? Zou hij niet liever jurist worden? Wat moest hij doen?

Voordat hij zijn definitieve beslissing nam, ging hij op een morgen in gebed. En terwijl hij bad, bracht de postbode een brief. Toen hij die openmaakte, las hij dat hij bij ds. Clark mocht komen wonen, die hem in alles zou helpen. Philip loofde Gods voorzienigheid.

Voor de studie tot predikant bij de dissenters volgde Philip de colleges aan de theologische school in Kibworth. In het jaar 1722 werd Doddridge predikant van een vrije gemeente. Zijn eerste preek, op 20-jarige leeftijd, hield hij uit 1 Korinthe 16:22: „Als iemand de Heere Jezus niet liefheeft, een vloek zij met hem. Maranatha” (Engelse vertaling).

Academie

In 1729 stichtte Doddridge in Northampton, waar hij inmiddels predikant was geworden, een eigen academie, die hij naast het ambt dat hij als herder en leraar vervulde, ruim twintig jaar met veel zegen heeft geleid. Hier doceerde hij Hebreeuws, Grieks, filosofie, logica, algebra en theologie.

Dagelijks werd bij de dagopening het Hebreeuwse Oude Testament gelezen en bij de avondsluiting het Nieuwe Testament in het Grieks. Op het studieprogramma stonden ook logica, wijsbegeerte, anatomie en sterrenkunde, evenals praktische theologie, dogmatiek, retorica (preekoefeningen) en kerkgeschiedenis. Zijn academie is wel genoemd „een kerk in de kerk”, mede door haar christelijke dagindeling en de persoonlijke contacten tussen Doddridge en zijn studenten.

Op een gegeven moment scheen het dat de non-conformistische academie gesloten moest worden. Echter, koning George II heeft ervoor gezorgd dat de waardevolle academie kon blijven bestaan.

Onder Doddriges leiding kwamen er meer dan 200 studenten van verschillende kerkelijke denominaties uit Engeland, Schotland en Nederland naar de academie. Deze werd een voorbeeld voor de Amerikaanse universiteiten in Princeton en Yale. In 1736 werd Doddridge door beide universiteiten in Aberdeen benoemd tot doctor in de god-
geleerdheid.

Publicaties

Naast veel brieven verscheen er ook een aantal prekenbundels, waarvan er negen in het Nederlands zijn vertaald. Hierin behandelt Doddridge onder meer de wedergeboorte en de kracht en genade van Christus. Ook gaf hij ”Tien preken voor jonge mensen” uit. Verder schreef hij een biografie over de goddeloze militair James Gardenir, die krachtdadig tot God werd bekeerd. ”The Family Expositor” is een verklaring van het Nieuwe Testament, die ook is gebruikt in de Bijbelverklaring van Patrick, Polus en Wels.

Doddridges bekendste werk is ”The Rise and Progress of Religion in the Soul” (Oorsprong en voortgang van ware godsdienstigheid in ’s mensen ziel). Het werd in Europese en Aziatische talen vertaald. Voor velen werd dit boek een middel tot eeuwige zegen. Denk hierbij aan de Engelse politicus William Wilberforce, die met succes heeft gestreden voor de afschaffing van de slavernij. Spurgeon zei: „Ik dank God voor het boek van Doddridge over de bekering tot God.” Jonathan Edwards gebruikte bij de voorbereiding van zijn preken de Bijbelcommentaren van Doddridge en Henry.

Preken van Doddridge zijn ook te vinden als ”Overjarig koren” in de database PrekenRegister.nl.

Doddridge dichtte daarnaast bijna 400 hymnen, waarvan de bekendste zelfs een wereldwijde gospelsong is geworden: ”Oh happy day. He (Jesus) washed my sins away” – O gelukkige dag, Jezus heeft mijn zonden afgewassen. Dit vers dichtte hij na een preek over de Moorman uit Handelingen 8. Overigens maakte zijn godvrezende vriend Isaac Watts eveneens veel gedichten, waarvan er vandaag nog worden gezongen, ”O God, Die droeg ons voorgeslacht” bijvoorbeeld.

Sterven

Op 22 december 1730 trouwde Philip met Mercy Maria Maris. Na haar overlijden huwde hij Elizabeth Brindley. Hij werd vader van negen kinderen. Zijn oudste dochter stierf vlak voor haar vijfde verjaardag.

Tegen het einde van 1750 werd Doddridge verkouden, nadat hij een begrafenis had geleid. Zijn toestand verslechterde in de volgende maanden en het werd duidelijk dat hij tuberculose had, een levensbedreigende ziekte. Hij hield zijn laatste preek in Northampton uit Romeinen 14:8: „Want als wij leven, leven wij voor de Heere; en als wij sterven, sterven wij voor de Heere; hetzij wij leven of sterven, wij zijn van de Heere” (Engelse vertaling).

Een bevriend predikant van de Anglicaanse Kerk bracht geld bijeen om hem een therapeutische periode te bezorgen in Portugal. Op zaterdag 26 oktober 1751 stierf Philip Doddridge echter, in de omgeving van Lissabon, om drie uur in de morgen, na een ruim en getuigend sterfbed. De begrafenis vond plaats op het Britse kerkhof van Lissabon, waar zijn graf en graftombe nog te zien zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer