Economie

Rechtbank legt ex-bestuurders VPV straf op

De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdag twee voormalige bestuurders van vermogensbeheerder Veer Palthe Vouˆte (VPV) tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld.

ANP
11 February 2005 22:33Gewijzigd op 14 November 2020 02:13

De rechter oordeelde dat zij in 1999 met voorkennis hebben gehandeld bij de handel in aandelen van houdstermaatschappijen van Koninklijke Olie en Unilever. VPV werkte toen ook aan overname van deze maatschappen.

Verdachte J. V. kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een werkstraf van 240 uur opgelegd. H. van H. werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 120 uur. Beide topbestuurders moeten ook boetes van respectievelijk 50.000 en 25.000 euro betalen. De boete voor de onderneming Veer Palthe Vouˆte is vastgesteld op 200.000 euro, omdat de interne controlesystemen indertijd rammelden.

Voorzitter van de rechtbank Mastboom rekende het de voormalige bestuurders aan dat zij op de beurs handelden terwijl ze koersgevoelige informatie in handen hadden. Dit gebeurde ondanks hun ruime ervaring met de effectenhandel.

VPV werkte sinds het voorjaar van 1999 aan een plan om vier houdstermaatschappijen die belegden in Koninklijke Olie en Unilever in te lijven. Directeur V. onderhandelde daarover met het ministerie van Financiën. In de koers van de fondsen zat een verborgen belastingheffing verrekend. Zodra de fiscale afhandeling van de overname met het ministerie geregeld was, zouden de maatschappijen daardoor veel meer waard worden. De houdstermaatschappijen waren voor ruim 6 miljard gulden ondergewaardeerd, waarvan na een geslaagd bod circa 4 miljard zou overblijven voor de aandeelhouders. Verdachte Van H. was op de hoogte van de voortgang van de onderhandelingen.

Begin september 1999 werden VPV en het ministerie van Financiën het op hoofdlijnen eens over de afwikkeling van de fiscale consequenties. Toch duurde het tot december voordat de zaken definitief geregeld waren en de overnameplannen naar buiten werden gebracht.

In de tussenliggende periode handelden de twee voormalige bestuurders gewoon door in de houdstermaatschappijen. Volgens hen was er in september nog geen concreet zicht op een overeenkomst met Financiën. De twee kochten zelf aandelen en handelden ook voor hun klanten in de gewraakte fondsen.

V. lichtte toezichthouder AFM en beursbeheerder Euronext wel tijdig in over de stand van de onderhandelingen. Dat de AFM en Euronext de twee bestuurders niet waarschuwden voor het risico van handel met voorkennis, terwijl ze daar aanwijzingen voor hadden, werkt strafverminderend. Maar dat laat onverlet dat verdachten bij uitstek zelf verantwoordelijk waren voor het vermijden van transacties met voorkennis, hield de rechter beide bestuurders voor. Verdachte V. werd verder coulant behandeld omdat de hele affaire aanleiding was voor zijn ontslag bij VPV.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer