Onderzoek: geen indicatie voor gekochte getuigenverklaringen OM
In een onderzoek naar het functioneren van het Openbaar Ministerie zijn er geen aanwijzingen gevonden dat het OM zich schuldig maakt aan ‘gekochte verklaringen’ in onderhandelingen met getuigen over hun beschermingsmaatregelen. Wel doet de procureur-generaal bij de Hoge Raad twaalf aanbevelingen om het stelsel te verbeteren. Een van die aanbevelingen is het bieden van meer transparantie over doelen en verantwoordelijkheden, zodat potentiële getuigen meer zicht hebben op wat zij van het OM kunnen verwachten.
Dit staat in het rapport ‘Zorgplicht en getuigenbescherming’ dat de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad donderdag heeft aangeboden aan minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid. Het onderzoek gaat uitsluitend over het stelsel getuigenbescherming, dat getuigen in strafzaken en hun naasten bescherming moet bieden met maatregelen waardoor zij niet traceerbaar zijn en elders in veiligheid een nieuw bestaan kunnen opbouwen.
‘Gekochte verklaringen’ zijn in wezen een verkapte beloning voor de verklaringen die in een strafzaak worden afgelegd. Het OM noemt het „van groot belang dat de PG bij de Hoge Raad hier geen aanknopingspunten voor heeft gevonden”. Hierover vond namelijk geregeld discussie plaats in de strafzaken waarin kroongetuigen optreden. Uit het onderzoek komt naar voren dat het OM zijn zorgplicht ten aanzien van getuigen nakomt.
Wel is gebleken dat er nog het nodige te verbeteren valt, bijvoorbeeld als het gaat om afspraken die gemaakt worden bij het verstrekken van leningen voor bijvoorbeeld een woning of studie of het opzetten van een bedrijf. Ook worden instructies op procedurele onderdelen niet altijd nageleefd. Een andere aanbeveling is om meer aandacht te hebben voor dossiervorming en het schriftelijk vastleggen van besluiten over beschermingstrajecten.
De procureur-generaal deed ook onderzoek naar voorwaardelijke invrijheidstelling. Op 1 juli 2021 is de wet hierover veranderd. Bij voorwaardelijke invrijheidstelling kan een veroordeelde na het uitzitten van een gedeelte van zijn straf vervroegd vrijkomen. Dat kan onder bijzondere voorwaarden, die het OM stelt, zoals een contact- of een gebiedsverbod.
In het onderzoek wordt geconcludeerd dat het OM bij het stellen van die voorwaarden „grotendeels” voldoet aan de wettelijke eisen. Wel is er „enige ruimte voor verbetering”, ziet de PG. Zo waren er bijzondere voorwaarden die niet voldeden aan wettelijke voorschriften.