Uitspraak rechters over plan kinderhartchirurgie te concentreren
De academische ziekenhuizen in Leiden, Amsterdam en Utrecht horen donderdag of ze in de toekomst kinderen nog mogen opereren aan aangeboren hartafwijkingen. Ze hadden een bodemprocedure aangespannen tegen het besluit van de inmiddels vertrokken zorgminister Ernst Kuipers om de ingrepen te concentreren in Rotterdam en Groningen. De rechtbank in Utrecht doet donderdag uitspraak.
Nederland heeft nu vier centra voor kinderhartchirurgie. Een daarvan is het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), dat is opgezet door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Amsterdam UMC. De andere drie centra zijn bij de universitaire ziekenhuizen in Utrecht, Rotterdam en Groningen.
Volgens de minister is het beter om de operaties te concentreren. Het gaat om een paar ingrepen per jaar, waar veel kennis en ervaring voor nodig is. Als die operaties worden geconcentreerd, voeren de overgebleven universitaire ziekenhuizen meer operaties uit en gaat het niveau omhoog, is de uitleg.
Het LUMC vreest dat medewerkers in dat geval vertrekken, dat de kwaliteit van de zorg achteruitgaat en dat het dan misschien geen academisch ziekenhuis meer kan zijn. Het UMC Utrecht zegt dat het schrappen van de operaties daar slecht is voor kinderen met kanker die worden behandeld in het Prinses Máxima Centrum aan de overkant van de straat. Ook zou de concentratie leiden tot meer reistijd voor ouders en kinderen.
Kuipers’ voorganger Hugo de Jonge wilde de ingrepen juist concentreren in Rotterdam en Utrecht, tot woede van onder meer de noordelijke provincies. De uitspraak van donderdag gaat over de vraag of minister Kuipers de juiste procedure heeft gevolgd bij zijn besluit.
Omdat ze de kinderhartoperaties dreigen kwijt te raken, hadden de kinderhartcentra Leiden/Amsterdam en Utrecht in oktober aangekondigd dat ze meer willen samenwerken. De beide teams moeten één team op twee locaties worden, in Utrecht en Leiden.