Wie zit er achter een ongeluk of ziekte? „Dat heeft hij gedaan”
„Dat heeft hij gedaan.” Die uitroep kennen wij in Nederland natuurlijk ook. Ik in ieder geval wel. Als er bij ons thuis een sleutel kwijt was, dan wees ik al snel naar mijn broer: hij heeft die kwijt gemaakt. Vaak wist ik niet of het echt zo was.
Welnu, zo gaat het ook in veel Afrikaanse dorpen. Dan weet eigenlijk iedereen al wie er achter een ongeluk zit, of een plotselinge ziekte. En wordt zijn of haar naam al volop gefluisterd, zodra de wie-vraag rondgaat. Wie vaak het eerst worden verdacht? Kinderen met een verstandelijke beperking, iemand op krukken, en: albinokinderen, jongens en meisjes zonder pigment. Zo af en toe kom je deze kinderen tegen en ieder keer is het dan even schrikken, want ze zien er zo anders uit!
Net als al die andere kinderen die anders zijn, zijn ook albino’s kwetsbaar. Want het blijft meestal niet bij de beschuldiging dat ze een ziekte of ongeluk hebben veroorzaakt, vaak worden ze opgepakt en verdwijnen ze. Worden ze als „boze geesten” omgebracht.
Gerda Klaver en Marianne van Helden helpen namens Stichting Kimon (project Jedidja) in Guinee-Bissau gehandicapte kinderen. Zij komen ook in actie zodra een albinokind wordt ontdekt. Heel praktische dingen zijn dan te regelen: kleren met lange mouwen, zonnebrandcrème, een petje of hoedje, bedoeld om verbranding van de huid te voorkomen. Wat deze maatregelen ook beogen? Aan iedereen laten zien dat dit gewone kinderen zijn, die niemand kwaad doen.
Weg dus met die wie-vraag? Toch niet. Want Gerda en Marianne doen hun werk in de Naam van de Heere Jezus. Hij heeft hen naar dit verre land in Afrika gezonden, weten ze. Daarom moet die wie-vraag blijven klinken. Maar alleen als een gehandicapt kind of een albinojongen of -meisje mag blijven leven en in bescherming wordt genomen. Op dat moment horen Gerda en Marianne die wie-vraag maar wát graag en luid en duidelijk. Want dan kunnen ze wijzen naar hun Zender, de Heere Jezus: „Hij heeft dit gedaan.”