Eis: vijf jaar wegens brandstichting
Tegen de 43-jarige K. J. K. uit Genemuiden is donderdag voor de rechtbank in Zwolle vijf jaar cel geëist. De man wordt verdacht van het stichten van brand in de boerderij van zijn buurman op 10 juli vorig jaar.
Ook zou hij een aantal auto’s van de buurman hebben vernield en hem meermalen via sms’jes of telefonisch met de dood hebben bedreigd.
Voor alle drie de feiten eiste officier van justitie mr. E. E. G. Duijts donderdag een gevangenisstraf van vijf jaar. „Er is geen enkel excuus of een redelijke aanleiding voor de brandstichting, waarbij gevaar voor de levens van de brandweerlieden te duchten was”, aldus Duijts.
De brandstichting en de vernieling heeft K. direct bekend, maar van bedreigingen wilde hij in de rechtszaal niets weten. Iedere keer als rechtbankvoorzitter mr. L. T. Wemes hierover begon, raakte K. geëmotioneerd. Ondanks de vele pogingen van de rechters om aan de weet te komen waar die emoties vandaan kwamen, werd dit niet duidelijk.
Volgens K. was hij niet bevriend met zijn buurman, maar haatte hij de man ook niet. Die had hem uit de nood geholpen door hem een huis te verhuren. Er ontstonden problemen toen K. de huur niet meer kon betalen en de ander een procedure begon om het gezin eruit te kunnen zetten.
K., die al overspannen was, raakte door drank-, drugs- en medicijngebruik steeds verder in het slop. Toen hij in zijn schuur ook nog een hennepplantage had aangelegd die bijna niets opleverde, „brak er wat”, aldus de man. Hij stak de op dat moment onbewoonde boerderij -een onverzekerd monument- in brand. De schade van 450.000 euro wil K. terugbetalen als hij de kans krijgt. „Ik had er met mijn handen van af moeten blijven”, zei hij tegen de rechters.
Volgens een psychiater is de Genemuider narcistisch en heeft hij psychosociale problemen. Juist in de tijd dat hij het heel moeilijk had, overleden kort na elkaar drie vrienden. De man wordt verminderd toerekeningsvatbaar geacht. Zijn huidige opsluiting vindt hij wel best; hij is van de drugs en de drank af en komt weer tot rust.
Advocaat mr. Pieters wees erop dat K. ten tijde van zijn daad geestelijk helemaal kapot was; mede door een terugval van grote weelde naar pure armoede. De strafeis vond ze veel te zwaar omdat er in haar visie geen levensgevaar voor wie dan ook is ontstaan.
De rechtbank doet op 24 februari uitspraak.