België aan het roer van „een Europa dat op een kruispunt staat”
Het komende halfjaar is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Wat is het voorzitterschap van plan? Vier vragen en antwoorden.
Raad van Europa, Europese Raad, Raad van de EU; welke Raad gaat België nu eigenlijk voorzitten?
België volgt Spanje op en wordt voor een halfjaar voorzitter van de Raad van de EU. Om de paar weken is er in Brussel of Luxemburg een Raad Buitenlandse Zaken met buitenlandministers, een Raad Economische Zaken voor de ministers van Financiën of een andere ministerraad. Tijdens die gesprekken brengen ministers naar voren hoe hun land over een wetsvoorstel van de Europese Commissie denkt en proberen de bewindslieden samen tot een visie te komen. Naast formele vergaderingen in Brussel en Luxemburg, kan de voorzitter ook (informele) raden organiseren in eigen land. België doet dat ook: de 23 informele bijeenkomsten vinden onder meer plaats in het Egmontpaleis in Brussel, maar ook in Gent, Antwerpen, Brugge, Genk, Namen, Bergen, Louvain-la-Neuve en Terhulpen komen de EU-ministers informeel bijeen.
Nederland heeft sinds 1958 twaalf keer het voorzitterschap van de Raad bekleedt – voor het laatst in 2016 en de volgende keer in 2029. Voor België wordt het de dertiende keer dat het land de voorzittershamer hanteert.
Het voorzitterschap van de Raad verschilt van het werk van Raadsvoorzitter Charles Michel. De Belg is niet voorzitter van de Raad van de EU, maar van de Europese Raad; een bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders uit de EU – vaak een Europese top genoemd.
Welke taak heeft België als voorzitter van de Raad van de EU?
Bemiddelen en onderhandelen, dat is in het kort de taak van België. Als ”honest broker” (onpartijdige bemiddelaar) moet de voorzitter de neuzen van de ministers dezelfde kant op krijgen. Als de lidstaten tot een compromis komen, krijgt de Permanente Vertegenwoordiger van België bij de EU (een soort EU-ambassadeur) van de lidstaten het mandaat om hun standpunt uit te dragen in de trilogen; de fase waarin de Raadvan de EU en het Europees Parlement onderhandelen over een wetsvoorstel. In die triloogfase kan het voorkomen dat de voorzitter een standpunt moet verdedigen waar de federale Belgische regering het zelf niet mee eens is. Zo moest Zweden tijdens haar voorzitterschap begin 2022 het door de Raad aanvaarde compromis van de Natuurherstelwet verdedigen, waar Stockholm zelf niet achterstond.
Hoewel de voorzitter als onafhankelijk te boek staat, kan deze zijn invloed aanwenden. Bijvoorbeeld in het samenstellen van de agenda’s voor ministerraden. Of bij het aansturen van de belangrijke voorbereidende bijeenkomsten van EU-ambassadeurs. Ook heeft België de vrijheid om prioriteiten te stellen voor de voorzitterschapsperiode. Dat zijn de speerpunten die voor de federale regering belangrijk zijn. Bij het stellen van die prioriteiten moet België rekening houden met zaken die op dit moment in Europa spelen – onder meer EU-uitbreiding en migratie.
Welke prioriteiten heeft België?
Het voorzitterschap rept in haar programma van een „Europa op een kruispunt, geconfronteerd met de gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne, de pandemie, de energiecrisis, desinformatie, extreme klimaatverschijnselen en een oplaaiing van het conflict in het Midden-Oosten”.
Maar „het is vaak in de meest uitdagende tijden dat de grootste stappen voorwaarts worden gezet”, liet de Belgische premier Alexander de Croo begin december bij de presentatie van het voorzitterschap weten. Zijn land wil aan de slag met zes prioriteiten:
Versterken van de rechtsstaat, democratie en allerlei vrijheden. België wil kandidaat-lidstaten steunen om de Kopenhagencriteria te halen die de EU stelt voor toetreding.
Versterken van de concurrentiekracht van de EU. Cruciaal wordt de goedkeuring door de EU-landen van de Net Zero Industry Act, bedoeld om de productie van strategische technologieën in de EU op te voeren en Europa minder afhankelijk te maken van China.
Streven naar een rechtvaardige groene transitie. Daaronder valt steun voor de Europese industrie om de Green Deal te realiseren.
Versterking van de gezondheidsagenda. Daarbij hoort het stimuleren van een eigen geneesmiddelenindustrie en het zorgen voor betaalbare medicijnen voor Europese burgers.
Bescherming van de buitengrenzen. Nu het asiel- en migratiepact in december is beklonken, zal België werken aan het afronden van de laatste migratiewetgeving. Ook stuurt België erop aan dat de EU nauw samenwerkt met Afrikaanse landen in het beheersen van de asielmigratie.
Bevorderen van de EU als serieuze speler op het wereldtoneel.
In de praktijk bepaalt vaak de actualiteit de agenda van de voorzitter; niet de opgestelde prioriteiten.
Hoe gaat het voorzitterschap komend halfjaar eruitzien?
Dit voorzitterschap wordt sowieso anders dan andere voorzitterschappen. Tot maart is de Commissie vooral bezig met het afronden van lopende wetgeving. Daarna begint de campagne in aanloop naar de Europese verkiezingen en is iedereen in Brussel vooral bezig met zijn of haar eigen (her)verkiezing.
Het voorzitterschap van België zal als succes worden gezien als de voorzitter erin slaagt zoveel mogelijk lopende wetgeving voor de Europese verkiezingen af te ronden. Dat belooft een stevige sprint te worden voor de Belgen. Er liggen nog zo’n 140 wetsvoorstellen op tafel, waarvan het asiel- en migratiepact een van de belangrijkste is. En dat terwijl de deadline voor de onderhandelingen op half februari ligt. Anders zou er onvoldoende tijd zijn om alle wetgeving juridisch voor de Europese verkiezingen af te ronden.
Vanaf maart zal België helpen de Europese Strategische Agenda voor de komende vijf jaar te definiëren. Hierin wordt op hoofdlijnen prioriteiten gesteld voor de EU. De regeringsleiders van de lidstaten zullen die Strategische Agenda op hun top in juni accorderen.
België wordt per 1 juli opgevolgd door Hongarije. Met Spanje vormen de drie een zogenoemd trio, een samenwerking van voorzitterschappen die samen doelen en een gemeenschappelijke agenda opstellen die de Raad gedurende 18 maanden zal behandelen. Op basis van die agenda geeft elk van de landen verdere invulling aan zijn eigen halfjaarlijkse programma.