Celstraffen tot 14 maanden voor oplichting met mondkapjes
Drie mannen die zich in de beginfase van de coronapandemie schuldig zouden hebben gemaakt aan oplichting met mondkapjes en witwassen zijn vrijdag door de rechtbank in Haarlem veroordeeld tot een gevangenisstraf oplopend tot veertien maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Een vierde verdachte die zich alleen zou hebben schuldig gemaakt aan witwassen werd vrijgesproken.
In de zaak werden een Chinese onderneming en een Engelse tussenpersoon in februari 2020 voor een bedrag van ruim 850.000 euro opgelicht. Het Chinese bedrijf maakte het bedrag via de tussenpersoon over als voorschot voor de aanschaf van een grote partij mondkapjes, maar kreeg die nooit geleverd. Het overgemaakte geld verdween voor een groot deel in goud en dure merkhorloges.
De rechtbank verweet de mannen misbruik te hebben gemaakt van de door corona veroorzaakte wereldwijde volksgezondheidscrisis en de daardoor ontstane schaarste aan mondkapjes. Volgens de rechtbank is komen vast te staan dat het nooit daadwerkelijk de bedoeling is geweest de mondkapjes te leveren. De mannen wonnen het vertrouwen van de kopers door zich onder een andere naam voor te doen als een bonafide verkoper van mondkapjes, het veelvuldig sturen van e-mails en berichten, het sturen van een koopcontract en het aanleveren van testrapporten en certificaten van mondkapjes.
Van de drie verdachten die schuldig waren aan de feitelijke oplichting had Bussumer Angelo D. (36) eerder bij de politie alles al bekend. Volgens hem was het van meet af aan de bedoeling de aanbetaling te incasseren en vervolgens niets te leveren. „Dat was duidelijk op te maken uit de gesprekken. Ik zou zelf 25.000 euro krijgen”, zei hij eerder deze maand tegenover de rechtbank.
D. had de Engelse tussenpersoon gekoppeld aan Rotterdammer Roy van der H. (46), die op zijn beurt de 53-jarige Clyde B. zou hebben benaderd. B. was de enige die volhield dat het aanvankelijk nooit de bedoeling was geweest de opdrachtgever op te lichten. „Het was aanvankelijk de intentie gewoon te leveren.” Maar toen de opdrachtgever niet over de brug kwam en hij een leverancier in Belarus niet kon aanbetalen, ketste de deal af. Toen het geld daarna alsnog kwam, werd volgens hem besloten het niet terug te geven.
Tegen de mannen waren begin deze maand celstraffen tot twintig maanden geëist. Zij moeten het nooit teruggevonden deel van de buit - ruim 570.000 euro - terugbetalen aan de gedupeerden.