D66: ontploffende cilinders zijn gevolg van verbod op lachgas
De invoering van het verbod op lachgas heeft het risico vergroot op ontploffingen van cilinders in de afvalverwerking. Dat stelt D66-Kamerlid Joost Sneller, die al eerder bij het kabinet aandrong op maatregelen om onveilige situaties te voorkomen.
Lachgas staat sinds begin dit jaar op de lijst van verboden middelen van de Opiumwet. Voorheen werden lege cilinders massaal ingeleverd omdat daarvoor statiegeld werd betaald. Sinds het verbod belanden de flessen op straat, in de natuur of in afvalcontainers, waar ze kunnen ontploffen.
Mensen gooien nu ongecontroleerd hun lachgascilinders weg, zegt Sneller. Hij riep het kabinet maanden geleden op om meer inleverpunten te regelen en gebruikers desnoods te belonen met een retourpremie. De ministeries van Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stellen zich echter op het standpunt dat de schade die de cilinders aanrichten niet het gevolg is van het verbod, maar van illegale praktijken door lachgasgebruikers.
Volgens Sneller is het „onacceptabel” dat mensen die werken in de afvalverwerking iedere dag opnieuw risico lopen gewond te raken door ontploffende cilinders. „Deze onveiligheid mag niet voortduren. De ministers moeten hun verantwoordelijkheid voor de handhaving van het lachgasverbod en de afvalverwerking eindelijk serieus nemen.”
Afvalverwerkers hebben dit jaar 65 miljoen euro schade geleden door ontploffende lachgascilinders. Volgens de bedrijven is het een wonder dat er nog geen mensen gewond zijn geraakt.