In Italië is de oudheid steeds weer actueel
De klassieke oudheid lééft in Italië, zeker in Rome. Niet alleen dankzij het Colosseum, het Forum en het Pantheon, maar tevens door toevallige ontmoetingen met fragmenten van antieke beelden, zuilen en muren, op onverwachte plekken.
Daarnaast is de oudheid vaak ook actualiteit, omdat er geregeld nog nieuwe vondsten worden gedaan, waarvan de media dan uitgebreid verslag doen. Je zou denken dat het na meer dan twee eeuwen van archeologische opgravingen wel gedaan zou zijn met de spectaculaire ontdekkingen, maar dat is beslist niet het geval. Zo werd eerder dit jaar in hartje Rome een compleet domus (herenhuis) blootgelegd, dat bewoond werd van de 2e eeuw voor tot en met de 1e eeuw na Christus.
Een jaar geleden jaar werd onder de bodem van de warmwaterbaden van het Toscaanse stadje San Casciano dei Bagni een schat aangetroffen van tientallen bronzen beeldjes met Latijnse en Etruskische inscripties. En eerder deze maand maakte de directeur van het Archeologisch Park van Pompeï, Gabriel Zuchtriegel, de vondst bekend van een bakkerij annex gevangenis in de stad die in het jaar 79 verwoest werd door een uitbarsting van de vulkaan Vesuvius.
Die onder een patriciërswoning gelegen bakkerij was allesbehalve een prettige werkplek. Naast de oven bevonden zich graanmolens, die door ezels draaiende werden gehouden. De afstand tussen de molens was niet groot genoeg om meerdere ezels tegelijk te laten passeren, zodat de dieren voortgetrokken moesten worden om te voorkomen dat ze elkaar in de weg zouden lopen. Dat was het werk van slaven, die hier ook samen met de dieren moesten slapen.
Een door de archeologen gereconstrueerd luguber detail daarbij is, dat die ruimte alleen hoog gelegen kleine raampjes telde en maar één uitgang had, die was afgesloten met een traliehek. Een ware gevangenis dus, en daarmee een doorkijkje naar minder prettige aspecten van de antieke beschaving.
Sindsdien hebben historici en archeologen heel wat gaten geprikt in de mythe van het glorieuze Rome. De recente ontdekking is daarmee niet zo baanbrekend als ze in sommige media is gepresenteerd, maar vormt juist een bevestiging van de mentaliteit van die tijd.
Daarin waren slaven geen mensen, maar dingen, die naar believen konden worden verkocht, verhuurd, geketend en zelfs gedood – zonder daarvan aan wie dan ook rekenschap te geven. Alle bemiddelde families bezaten slaven, die als ze geschoold waren, konden werken als arts, onderwijzer of schrijver. Maar de overgrote meerderheid had die mazzel niet en werd te werk gesteld op het land, op de galeien van het imperium of in dodelijke zout- en loodmijnen.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling kwam er wat verbetering in de situatie van de slaven, ook omdat het Romeinse Rijk toen nog maar weinig veroveringsoorlogen meer voerde en slaven daardoor schaarser en duurder werden, maar de situatie in de broodfabriek van Pompeï zal zeker geen uitzondering zijn geweest. Het is waar dat het oude Rome ons een rijke culturele, organisatorische en juridische erfenis heeft nagelaten, maar daarin was nog weinig plaats voor begrippen als mededogen, barmhartigheid en broederschap.