Boycot westerse ketens hakt erin bij Arabische bedrijven
Uitgestorven was het in de McDonald’s, toen ik die kortgeleden bezocht. Het was zaterdagavond, normaal een van de drukste avonden voor de Amerikaanse fastfoodketen. Maar hier, in de landen van de Arabische Golf, is daar niets meer van te merken. En dat is al weken zo.
De lokale bevolking van Oman, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Saudi-Arabië laat de hamburgerrestaurants massaal links liggen sinds het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Hamas op 7 oktober. Zeker nadat McDonald’s in Israël aankondigde gratis maaltijden te verstrekken aan Israëlische militairen, nam de boycot een hoge vlucht.
Het geldt niet alleen McDonald’s. Ook andere grote Amerikaanse ketens, zoals Starbucks, KFC en BurgerKing treft hetzelfde lot. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Via sociale media gaan er in grote delen van de moslimwereld uitgebreide lijsten rond van bedrijven die verdacht worden van steun aan Israël.
„Deze genocide wordt mogelijk gemaakt door hen”, staat er op een van die lijsten. Vervolgens worden vrijwel alle grote frisdrankmerken vermeld, van Coca-Cola tot Sprite. Snoepproducenten ook, van Mars tot Oreo. En fabrikanten van verzorgingsproducten, van Axe tot Pampers. Automerken (Ford), oliemaatschappijen (ExxonMobil), aanbieders van amusement (Disney), sportbedrijven (Nike), computergiganten (Microsoft): het houdt niet op.
De bedrijven worden in sommige gevallen ‘verdacht’ van financiële banden met Israël, en in andere gevallen gewoon van een pro-Israëlisch standpunt.
In het begin dacht ik dat het vast niet veel zou worden met die boycot. Het is in het verleden vaker geprobeerd, met gering effect. Bovendien: hoe omvangrijker de lijst, hoe moeilijker het is om je eraan te houden.
Maar ruim twee maanden later moet ik mijn mening bijstellen. De boycot van in elk geval sommige bedrijven, zoals McDonald’s en Starbucks, is aanhoudend en massaal. In de meeste Golflanden zijn het hooguit nog westerlingen of gastarbeiders uit India die de restaurants bezoeken. Er is sprake van een grote groepsdruk: zelfs iemand die niet mee wil doen aan de boycot, mijdt de restaurants om niet als verrader te worden gezien. En dat geldt niet alleen in de Golf, het speelt ook in andere landen zoals Egypte, Jordanië en Turkije.
Veel getroffen bedrijven wijzen erop hoe onterecht de boycot in hun ogen is. McDonald’s bijvoorbeeld werkt veel met franchise-ondernemers, waardoor de vestigingen in een bepaald land doorgaans ook een eigenaar van dat land hebben. Bovendien werken er vaak lokale mensen, die onevenredig hard getroffen worden door de boycot. Onder meer via foldertjes die worden meegegeven aan de schaarse klanten die nog komen, legt het bedrijf zijn standpunt uit. Veel verschil lijkt dat echter niet te maken.
Het is nog onduidelijk wat de gevolgen voor de langere termijn zijn nu sommige restaurantketens dag aan dag, maand na maand, met vrijwel lege filialen te kampen hebben in het Midden-Oosten. Maar dat deze boycot in omvang groot en hardnekkig is, dat is zonneklaar.