OpinieCommentaar

Bosma is niet onomstreden, maar verdient wel faire kans

Voorzitter zijn van de Staten-Generaal was ooit een functie met enorm veel macht. In 1796, de tijd van de Nationale Vergadering, was degene die de functie bekleedde maar liefst staatshoofd, premier en minister van Buitenlandse Zaken tegelijk. De belangrijkste maker van de Grondwet van 1814, Gijsbert Karel van Hogendorp, zag een Raadpensionaris voor zich: een voorzitter die zijn taken zou combineren met een soort premierschap. Hijzelf was naast voorzitter van de Staten-Generaal tegelijk nog een jaar vicepresident van de Raad van State én bezette daarnaast bij Buitenlandse Zaken ook de ministerspost.

Hoofdredactie
15 December 2023 11:00
beeld ANP, Remko de Waal
beeld ANP, Remko de Waal

Nadat Nederland in 1815 het tweekamerstelsel kreeg, daalde de voorzittersfunctie in aanzien en werd het een ambt zonder al te veel macht of gezag. Inmiddels zijn de bijbehorende bevoegdheden, die nogal schamel zijn, keurig geprotocolleerd en vastgelegd in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. Iemand vragen of hij diens woorden wil terugnemen, hem of haar het woord ontnemen en in het uiterste geval de toegang tot de vergadering ontzeggen; daar moet de voorzitter het mee doen om zijn belangrijkste taak te kunnen uitoefenen: leidinggeven aan de debatten en zo bijdragen aan de parlementaire besluitvorming.

Sinds de voorzittersverkiezingen van donderdag valt de eer om die functie te mogen bekleden te beurt aan Martin Bosma. Het spreekt zonder meer in het voordeel van de PVV’er dat hij in de voorzittersstoel al de nodige vlieguren heeft gemaakt en daar heeft laten zien te beschikken over voorzitterskwaliteiten. En te handelen zonder aanzien des persoons. Partijgenoten die op een voorkeursbehandeling hoopten, kregen van hem resoluut nul op het rekest.

Tegelijk zal hij door een deel van de Kamer met argusogen worden gevolgd en ook daar is reden voor: slechts zelden liet Bosma zich er tot op heden op voorstaan een verbinder te willen zijn.

Toen op de verkiezingsavond duidelijk werd dat Wilders afstevende op een monsterzege, polste De Telegraaf hoe het was gesteld met zijn ambitie om de plaats in te nemen van Vera Bergkamp. Bosma reageerde met de woorden: „Ik ben meer in de wieg gelegd om soldaat te zijn in de cultuuroorlog.” Het was niet de eerste keer dat hij zich bediende van een nogal oorlogszuchtige retoriek.

Bosma mag dan geregeld de indruk wekken een verstrooide intellectueel te zijn die bij toeval verdwaald is geraakt in de politiek, hij zet de PVV graag neer als de „ondergrondse verzetsgroep”, die jarenlang is tegengewerkt en die onrecht is aangedaan, maar die vroeg of laat zal triomferen. In de manier waarop hij donderdag zijn overwinning vierde, zat –hopelijk eenmalig– iets provocerends, iets theatraals.

Zoals dat ook voor meerderen van zijn voorgangers gold, valt ook voor de PVV’er Bosma kortom nog het nodige bij- en af- te leren. Niettemin: als hij bij het voorzitten de deugd van de gematigdheid betracht en zijn taken sober invult, verdient ook hij een faire kans.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer