„Willen we ook in de toekomst veilig en prettig wonen in Zuid-Holland, dan moeten we ons aanpassen aan het veranderende klimaat”, zegt gedeputeerde Jeannette Baljeu (VVD, klimaatadaptatie). De onderzoekers hebben gekeken wat er nodig is om de Zuid-Hollandse gemeenten voor 2050 klimaatadaptief te maken. Dat wil zeggen dat de woningen en omgeving bestand zijn tegen weersextremen als gevolg van klimaatverandering, bijvoorbeeld door meer groen aan te leggen en te zorgen dat straten waterdoorlatend worden.

De kosten van de benodigde maatregelen worden geschat op 12,4 miljard euro, waarvan ruim de helft om wateroverlast te voorkomen. Rotterdam heeft de grootste investering nodig: bijna 2 miljard euro. Voor Den Haag komen de kosten om klimaatadaptieve maatregelen te nemen uit op ruim 1,2 miljard.

In het onderzoek zijn verschillende soorten wijken meegenomen, zoals een vooroorlogse wijk, een gebied met stedelijke hoogbouw, een Vinex-wijk, een bedrijventerrein en een villa-locatie. De onderzoekers keken hoe het daarin gesteld is met onder meer de verwerking van overvloedige regenval en hoeveel schaduwplekken er zijn.

Ze berekenden ook wat aanpassingen in de wijken zouden kosten. Zo zou in binnensteden vooral geld uitgetrokken moeten worden om wateroverlast te voorkomen. In Vinex-wijken is vooral het gebrek aan schaduw en daarmee ‘hittestress’ iets wat aangepakt zou moeten worden. Als alle voorgestelde maatregelen worden doorgevoerd, bedragen de jaarlijkse kosten voor onderhoud daarna zo’n 300 miljoen euro.

„De kosten voor klimaatadaptatie van de bestaande stad zijn hoog”, aldus Baljeu. „Dit is geen fijne boodschap voor gemeenten. Maar de kosten van niets doen zijn vele malen hoger. Schade die niet ontstaat hoef je niet te herstellen, dat scheelt veel leed, tijd en geld.”