MKB-Nederland, de Glen Mills School (GMS), het GAK en het reïntegratiebureau van Manpower hebben daarover afspraken gemaakt. De komende drie jaar zullen zo’n 125 criminele jongeren die de Glen Mills School met goed gevolg hebben doorlopen via intensieve begeleiding de kans krijgen aan de slag te gaan. Op deze wijze krijgt het proces van sociale inburgering dat op de tuchtschool is gestart een vervolg.

Voorzitter H. de Boer van MKB-Nederland zei donderdag bij de presentatie van het samenwerkingsverband hoge verwachtingen te koesteren. „De maatschappelijke slagingskans na een succesvol verblijf op Glen Mills is momenteel al 70 procent. Dat steekt bijzonder gunstig af bij de traditionele jeugdgevangenissen. Een reële kans op werk is van vitaal belang om succesvol terug te kunnen keren in de maatschappij. Ik verwacht dat we boven de 70 procent zullen uitkomen.”

Glen Mills School is een uit de Verenigde Staten overgewaaid concept om jongeren die „veelvuldig antisociaal gedrag” vertonen weer terug te leiden naar de maatschappij. In 1999 is de school in Nederland in een voormalige kazerne in Wezep van start gegaan. Ongeveer zestig jongeren met een ernstig criminele achtergrond volgen hier op last van de rechter een verbeteringsprogramma van ten minste anderhalf jaar.

In het harde programma staan drie elementen centraal. De weg naar gedragsverandering gaat via een uitgesproken straffe, groepsgewijze aanpak. Daarbij volgen de jongeren een erkende beroepsopleiding. De arbeidstraining is tot slot gericht op inpassing van de jongeren in het bedrijfsleven.

„Ik ben in 2000 op de Glen Mills gekomen”, vertelde Mourad (17). „Ik zat een straf uit in een gesloten inrichting. Toen ik de kans kreeg naar een open inrichting te gaan, zei ik meteen ja. Open? Dan kon ik dus meteen de benen nemen. Maar dat ging heel anders. Ik kreeg het eerst ontzettend zwaar. Opeens confronteren leeftijdgenoten je met je negatieve gedrag. Praten over een grote kraak was er niet meer bij.”

Na een poosje scheen het programma zelfs té veeleisend voor Mourad. Hij slechtte de psychologische barrière van witte lijnen om het GMS-terrein en liep weg. Het liep goed af. Mourad kwam terug en moest van onder af aan opnieuw beginnen. „Ik ging beseffen dat ik mijn ouders veel verdriet heb gedaan. Toen heb ik de knop omgezet en ben ik voor hen gaan werken. Dat hielp. Ik ben nu zo ver dat ik het voor mezelf doe.”

„Dit jaar doe ik examen. Vroeger haalde ik nooit veel hoger dan een 3. Mijn laatste tentamen was een 9,8 en ik heb ook een 10 gehaald.” Kortom, met Mourad gaat het wel lukken. Chauffeur wil hij worden, of programmamanager. „Ik heb al veel bereikt en ik wil nog meer bereiken. De mijnheer van MKB wil me ondersteunen. Gaaf!”

GMS-directeur H. Nieukerke: „Het programma sluit heel goed aan bij de belevingswereld van onze studenten. Zij spelen zelf de hoofdrol. Hoe hoger ze in de hiërarchie komen, hoe meer verantwoordelijkheden ze krijgen. Wij leren ze daarmee omgaan. Vanaf ’s ochtends kwart over zes tot ’s avonds halftwaalf volgen ze een zwaar programma. Succes is alleen te bereiken door heel hard werken. Ik ben geweldig gelukkig dat MKB-Nederland onze school gaat ondersteunen.”

Ook PvdA-lijsttrekker Melkert is goed te spreken over de samenwerking: „Het midden- en kleinbedrijf geeft zo een goede invulling aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.” De PvdA’er, die recent een bezoek bracht aan de school in Wezep, toonde zich voorstander van het aanpakken van jeugdcriminaliteit buiten het circuit van justitie om. „Ik zie dat voorlopig liever via experimenten gebeuren dan door middel van wetgeving. In het laatste geval zijn we zo weer vier jaar verder, en dan is er nog niets gebeurd.”

En dat is niet de bedoeling van jongeren als Mourad. Drie maanden voordat de jonge wetsovertreders klaar zijn met de GMS-opleiding, worden ze voorbereid op de grote stap. Terug naar de maatschappij, dus zoeken naar werk, solliciteren en op zichzelf wonen. Er vinden verkennende gesprekken plaats met het uitzendbureau Manpower. Daarna probeert MKB-Nederland contacten te leggen met bedrijven over de instroom van de jongeren.

„Ik dacht, we regelen wel even vijftig banen”, aldus De Boer. Maar de voorzitter erkende dat hij de samenwerking aanvankelijk wat al te simpel had ingeschat. „Zo denken ondernemers nu eenmaal. Maar het begeleidingsproces is heel intensief. Ik zeg tegen mijn ondernemers: „Neem hem.” Je kunt met weinig rompslomp iemand met een goeie garantie krijgen. Over een werknemer die net van de middelbare school komt, heb je ook geen 100 procent zekerheid.”