Jozef: hoofdpersoon of bijfiguur?
Jozef blijft in onze weergave van de kerstgeschiedenis vaak onderbelicht. Hij zorgt voor Maria en begeleidt haar naar Bethlehem en later naar Egypte, maar verder blijft zijn rol beperkt.
De evangelist Mattheüs zoomt echter juist op hem in. Hij beschrijft allereerst hoe onthutst Jozef is als hij verneemt dat Maria zwanger is. Dat dit niet zijn kind is, weet hij zeker. Jozef en Maria waren weliswaar in ondertrouw, maar seksuele gemeenschap hoort exclusief bij het officiële huwelijk. Dat gold toen en geldt ook nu!
Jozef zit met de handen in het haar. Hij kan slechts denken dat er een ander in het spel is. Heeft Jozef Maria’s verklaring in ongeloof verworpen? Jozef is een rechtvaardig mens (Mattheus 1:19). Hij leeft naar Gods geboden, maar is niet hard. Liever dan Maria openlijk als zondares aan de schandpaal te nagelen, wil hij haar onopgemerkt verlaten. Rechtvaardigheidsgevoel, mildheid en bewogenheid sluiten elkaar niet uit. Dat is leerzaam!
God grijpt in. In een droom verschijnt een engel aan Jozef. Hij verklaart dat de vrucht in Maria uit de Heilige Geest is. Het kind moet Jezus genoemd worden: God zal redden, met name van de zonde. De engel verwijst naar Jesaja 7:14: God geeft een teken: de maagd wordt zwanger en baart een Zoon: Immanuëel.
Als Jozef wakker wordt, is alles voor hem veranderd. Hij is ingewonnen voor Gods weg en doet wat hem bevolen is: Maria tot vrouw nemen. Gemeenschap moet echter nog wachten. Nooit mag verondersteld worden dat Jozef de vader is. Jozef gaat zijn weg in zelfverloochening en gehoorzaamheid. Zijn geloof spreekt uit het feit dat Hij volmondig het kind de naam ”Jezus” geeft. Hij gelooft in het Kind dat Maria baart. Daarin is hij ons ten voorbeeld.
Toch reikt zijn betekenis nog verder. Het geheim van Jozef ligt in de aanduiding ”zoon van David” (Mattheüs 1:20). Jezus is zoon van David omdat Jozef zoon van David was (zie bijvoorbeeld ook Lucas 2:4). Nadrukkelijk wordt de verbinding tussen Jozef en David gelegd in het geslachtsregister van Mattheüs 1:1-17 en van Lucas 3:23-37. Jozef is daar respectievelijk eind- en beginpunt van een lange lijst namen. Tussen de lijsten is enig verschil; het belangrijkste is wel dat in Mattheüs Jozef de zoon van Jakob genoemd wordt en in Lucas de zoon van Heli. Betreft het hier een leviraatshuwelijk? Was Jozefs moeder na de dood van haar eerste man getrouwd met diens broer, zodat het biologische kind van de tweede man voor de wet als kind van de eerste man gold en er dus eigenlijk twee vaders zijn?
Er is ook geopperd dat Lucas de geslachtslijn van Maria zou aangeven. Was Maria een dochter van Heli en was Jozef dus een schoonzoon van Heli, die als zoon beschouwd werd? En was Maria dus ook een nakomeling van David?
Vragen genoeg! Het opvallende is echter dat de davidische afkomst van Jezus steeds verbonden wordt met Jozef en niet met Maria. Nergens wordt uitdrukkelijk gezegd dat Maria een nakomeling van David was. Wel lezen we dat haar nicht Elizabeth uit de stam van Levi kwam.
Blijkbaar was voor de schrijvers van het Nieuwe Testament de davidische afkomst van Jozef doorslaggevend. Jezus is zoon van David omdat hij door Jozef ingevoegd is in de geslachtslijn van David. Jozef was niet de biologische vader van Jezus, maar hij was dat wel in rechte. Voor de Israëlitische wet gold Jezus als Zoon van David.
Jozef was niet zomaar een bijfiguur, maar speelde een hoofdrol. Zonder Hem zou Jezus nooit Zoon van David hebben kunnen heten. In een raderwerk zijn alle radertjes belangrijk, de kleine en de grote. Soms hebben de onzichtbaarste de grootste betekenis. Dat is ook bij Jozef het geval. De schijnbaar wat onbeduidende man speelt een onmisbare rol in de komst van Christus. Zou het niet nog zo zijn dat schijnbaar onbelangrijke mensen een doorslaggevende rol spelen in het Koninkrijk van God?
De auteur is predikant van de hervormde gemeente Augustijnenkerk in Dordrecht en deeltijds universitair docent Oude Testament aan de ETF in Leuven. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.