Centraal Joods Overleg: we laten ons niet intimideren
De boodschap van de jaarlijkse viering van het Joodse Chanoeka-feest is „uitermate belangrijk” in tijden waarin „Joden over de hele wereld worden geconfronteerd met een enorme stijging van antisemitisme”. „Wij laten ons niet intimideren”, zei Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) in het Joods Museum in Amsterdam ter gelegenheid van de viering.
Volgens Hertzberger bleek het belang van het doel waarmee het CJO ooit werd opgericht „eens weer na de terreuraanslagen van 7 oktober en het oplaaiende antisemitisme” van de afgelopen maanden. „Mensen durven niet herkenbaar als Joods over straat. Joodse en niet-Joodse studenten worden op universiteiten en hogescholen geconfronteerd met een vijandig, intolerant, niet wetenschappelijk en intimiderend klimaat”, zei de voorzitter.
Om deze reden heeft de organisatie Chanoeka ook gekozen voor de jaarlijkse bijeenkomst van het CJO, zei de voorzitter. „Het is diep triest dat er Joden zijn die hun menora juist in deze tijd uit angst voor antisemitische reacties niet durven te laten zien, en dat mensen terugdeinzen om de publieke Chanoekavieringen te bezoeken.” De menora is een zevenarmige kandelaar met kaarsen die traditioneel in de ramen wordt geplaatst bij het feest.
Hertzberger riep de Joodse gemeenschap ook op de kandelaar juist te laten zien en wel naar vieringen te gaan. „Niet alleen om de boodschap van Chanoeka aan zoveel mogelijk mensen over te brengen. Maar zeker ook om te laten zien dat we ons niet laten intimideren.”
Bij de bijeenkomst waren volgens bestuurssecretaris Ruben Vis van het CJO zo’n 150 mensen. Ook de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema was aanwezig. Zij kreeg volgens hem applaus voor haar „standvastig optreden” tegen intimiderend gedrag tegen Joden.