Hoe de Tweede Kamer eruit zou zien met kiesdrempel
Een kiesdrempel invoeren in Nederland, eens in de zoveel tijd wordt erover gesproken. De meeste andere EU-landen hebben er een. Hoe zou de Kamer eruitzien met een kiesdrempel van 2, 3 of 5 procent?
Formeel heeft Nederland geen kiesdrempel, maar in de praktijk is die er wel. Om in de Tweede Kamer te komen, moeten partijen namelijk minimaal één volle zetel halen. Daarvoor zijn zo’n 70.000 kiezers nodig. JA21 haalde nu nipt een zetel. Anderen, zoals BIJ1, grepen mis.
Bij een score van 0,99 zetel doet een partij niet mee met de restzetelverdeling, en dus is de feitelijke kiesdrempel één van de 150 zetels. Dat staat gelijk aan 0,67 procent van de stemmen. Daarmee heeft Nederland een van de toegankelijkste parlementen.
Zo nu en dan gaan er stemmen op om het moeilijker te maken om in de Kamer te komen. Zo werd eerder dit jaar een petitie aan Kamerleden overhandigd om een kiesdrempel van drie zetels in te stellen, oftewel 2 procent van de stemmen. Veel EU-landen hebben een hoger minimumpercentage. In bijvoorbeeld Griekenland en Spanje geldt een drempel van 3 procent, in Oostenrijk en Zweden moeten partijen minstens 4 procent van de stemmen halen. In bijna de helft van de EU-landen, waaronder Duitsland, geldt een drempel van 5 procent. Hoeveel partijen zouden met de uitslag van vorige week woensdag buiten de boot zijn gevallen bij een kiesdrempel van meer dan 0,67 procent?
Bij een drempel van 2 procent (3 zetels) zouden dit keer Volt (nu twee zetels) en JA21 (één zetel) buiten de boot vallen. Bij eerdere verkiezingen zouden in elk geval BBB, BIJ1, FVD, PvdD, 50PLUS en ook SGP hebben misgegrepen. Die laatste partij zou iedere verkiezingen in de gevarenzone zitten. De laatste jaren haalt de partij steeds tussen de 2 en 2,1 procent van de stemmen.
Een kiesdrempel van 3 procent (4,5 zetels) zou een stuk meer partijen raken. Ook DENK, FVD, PvdD, SGP en CU zouden dan namelijk nu niet in de Kamer komen. Alle vijf de partijen haalden vorige week drie zetels. Door de vrijgekomen zetels zouden zeven van de acht overblijvers groter worden; de PVV zou zelfs stijgen naar 42 zetels.
En met 5 procent? Dan zouden ook BBB, CDA en SP afvallen; vijf partijen scoorden meer dan 5 procent (7,5 zetels). Zij zouden vervolgens 42 restzetels mogen verdelen. De PVV zou uitkomen op in totaal 48 zetels, GL-PvdA op 32, de VVD op 31, NSC op 26 en D66 op 13.
Onaanvaardbaar
Overigens zouden kiezers hun stemgedrag kunnen aanpassen als er daadwerkelijk een kiesdrempel komt. Zo ver lijkt het voorlopig echter niet te zijn. Alleen de VVD schrijft in haar programma na te denken over een drempel.
Relevant is ook dat de staatscommissie parlementair stelsel in 2018 de invoering ervan ontraadde. „Een matige verhoging van de kiesdrempel tot bijvoorbeeld 5 procent is uit een oogpunt van representativiteit wellicht nog aanvaardbaar, maar is onvoldoende effectief als het gaat om het verminderen van het aantal fracties; een veel forsere verhoging tot bijvoorbeeld 10 procent is zeker effectief maar doet zozeer afbreuk aan de representativiteit van het stelsel dat de staatscommissie haar principieel onaanvaardbaar vindt.”
Tegenstanders van een kiesdrempel moeten zich echter niet te snel rijk rekenen; het onderwerp kan op termijn alsnog op de politieke agenda komen. Bijvoorbeeld als er wordt gesproken over uitbreiding van de Kamer, waar zeker zes fracties voor zijn. Als het zover komt, ligt het voor de hand dat ook wordt gesproken over hoe makkelijk of moeilijk het moet zijn om in de Kamer te komen.