De Jonge bezorgd over achterblijven huisvesten statushouders
Minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken (BZK) maakt zich grote zorgen over de achterstand van gemeenten in het huisvesten van statushouders. „Er wordt op dit moment met mensen die in de opvang verblijven, gesleept van de ene naar de andere locatie omdat er overal een tekort aan opvangplekken en woningen is. Dit is zeer ongewenst”, laat de demissionaire bewindsman via zijn woordvoerder weten.
„Statushouders hebben een tijdelijke verblijfsvergunning en moeten daarom snel de kans krijgen om in te burgeren, mee te doen in de samenleving en hun leven hier op te bouwen. Hoe langer het duurt voor ze daarmee kunnen starten, hoe slechter dat is voor de personen die het betreft, en voor de samenleving als geheel”, voegt de woordvoerder daaraan toe.
In de tweede helft van dit jaar moesten gemeenten bijna 23.000 statushouders aan een woning helpen. Bijna 10.000 van deze asielzoekers met een verblijfsvergunning hebben nog geen woning toegewezen gekregen, blijkt uit een analyse van het ANP van cijfers van het ministerie van BZK. Mede hierdoor „knelt het in de opvang”, zegt de woordvoerder.
Op verschillende manieren wordt gepoogd de achterstand zo snel en zo veel mogelijk weg te werken. Zo worden gemeenten die te weinig statushouders een woning bieden, benaderd om zo snel mogelijk alsnog voldoende woningen te regelen. Dat doen medewerkers van de ministeries van BZK en Justitie en Veiligheid (J&V). Ook de provincies spreken achterblijvende gemeenten aan op hun tekortkoming.
Als gemeenten te weinig huizen regelen, kunnen provincies in het uiterste geval die taak van gemeenten overnemen. De rekening daarvan is voor gemeenten. Boetes opleggen kan niet, zegt de woordvoerder.
Daarnaast wordt sinds een paar weken aan gemeenten gevraagd statushouders vanuit een opvanglocatie alvast onder te brengen in een hotel om de druk op de opvang te verminderen. De ministeries van BZK en J&V werken daarin samen met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De eerste zes maanden van zo’n verblijf wordt door het Rijk betaald. Het is de bedoeling dat gemeenten die tijd gebruiken om alsnog een woning voor hen te vinden.
„De echte oplossing voor de lange termijn is een groter aanbod van betaalbare woningen, in combinatie met het beter spreiden van het huisvesten van alle kwetsbare groepen”, zegt BZK. Ook flexibele huisvesting moet de nood ledigen.