Het Van Gogh had twee exemplaren al in bezit. „Een van de drie was lange tijd zoek, maar werd onlangs herontdekt en kort daarna op een veiling verkocht. De nieuwe eigenaar geeft de litho nu in langdurige bruikleen aan het Van Gogh Museum, om deze op termijn definitief te schenken.” In mei dit jaar werd de derde litho geveild in Leiden voor 220.000 euro.

Op het werk, dat stamt uit de Haagse tijd van Van Gogh, staat de koffiedrinkende oorlogsveteraan Adrianus Jacobus Zuyderland (1810-1897). Hij woonde in een Haags armenhuis en overleed in 1897. Volgens het museum is de man Van Goghs meest afgebeelde model. „Hij is in talrijke uitvoeringen terug te vinden, in uiteenlopende houdingen en kostuums, uitgerust met een breed scala aan attributen.”

Het ontbrekende stuk, dat Van Gogh ooit cadeau deed aan zijn collega-kunstenaar Anthon van Rappard, werd gekocht door een onderzoeksassistent van het museum. „Na haar overlijden zal zij haar lithografie nalaten aan het Van Gogh Museum. Dankzij de toegezegde schenking is het voor het eerst dat het Van Gogh Museum een volledige oplage in de collectie heeft, die het museum zal bewaren als nationaal erfgoed.”

In totaal maakte Van Gogh negen verschillende lithografieën: acht in Den Haag, en een in Nuenen (De aardappeleters). Hij wilde graag goedkope prenten maken voor het volk, zodat iedereen toegang had tot zijn werk. „Hiermee imiteerde hij de door hem aanbeden Engelse prentmakers, van wie in populaire tijdschriften sociaal-geëngageerde zwart-witillustraties verschenen”, aldus het museum. Van het plan kwam overigens niets terecht.