Economie

België is uit op zetel in ECB-directie

Griekenland verwerft in de persoon van Lucas Papademos een vooraanstaande functie binnen de Europese Centrale Bank (ECB). België verloor ditmaal de slag, maar zal er naar verwachting alles aan doen om volgend jaar aan bod te komen, als er weer een vacature ontstaat in de directie.

A. A. C. de Rooij
19 April 2002 08:17Gewijzigd op 13 November 2020 23:31
Griekenland verwerft in de persoon van Lucas Papademos een vooraanstaande functie binnen de Europese Centrale Bank
Griekenland verwerft in de persoon van Lucas Papademos een vooraanstaande functie binnen de Europese Centrale Bank

De EU-ministers van Financiën hebben Papademos (54) voorgedragen als vice-president van de genoemde instelling. Hij volgt de Fransman Noyer op, wiens termijn eind mei afloopt, en fungeert daarmee straks als de rechterhand van Duisenberg. Donderdag betuigde het bestuur van de ECB voluit zijn steun aan de nominatie. Komende maandag zal het Europees Parlement op een hoorzitting met betrokkene van gedachten wisselen. Daarna volgt de officiële benoeming door de lidstaten, voor een periode van acht jaar.

Aan Griekenland zou je niet meteen denken als het gaat om het bezetten van deze voorname post. Die natie was lange tijd immers bepaald geen toonbeeld van economische en financiële stabiliteit. Maar Papademos, die in 1994 aantrad als de chef van de nationale centrale bank in Athene, geldt als degene die orde op zaken stelde en die ervoor zorgde dat zijn land in 2001 -twee jaar later dan de kopgroep, maar sneller dan verwacht- voldeed aan de criteria uit het Verdrag van Maastricht om aan te sluiten bij de euro.

Hij slaagde erin de in het begin van het vorige decennium nog torenhoge inflatie in rap tempo omlaag te brengen. Papademos, die studeerde in de Verenigde Staten en daar werkte als wetenschapper, stond pal voor een harde valuta, voor een hechte koppeling van de drachme aan de andere Europese munten. Op die manier bouwde hij een reputatie op in monetaire kringen die thans de basis vormt voor zijn promotie.

Alleen de Belgische bewindsman Reynders onthield vorige week zaterdag, tijdens het overleg met zijn ambtgenoten in het Spaanse Oviedo, zijn stem aan het voorstel. Onze zuiderburen hadden namelijk een eigen kandidaat naar voren geschoven. Zij opteerden voor de hoogleraar en theoreticus Paul de Grauwe, die afgaande op zijn publicaties minder streng is in de leer en die bepleit dat de ECB zich bij haar rentepolitiek niet zo strikt moet focusen op het inflatieplafond van 2 procent. De tweekamp met zijn Griekse concurrent verloor hij kansloos.

Maar Reynders heeft in de voorbije dagen herhaalde malen laten doorschemeren dat hij volgend jaar alles op alles zal zetten om België alsnog een plaats te bezorgen in de leiding van de bank. In 2003 vertrekt de Finse mevrouw Sirkka Hämäläinen. De minister was eropuit nu al, bij de onderhandelingen over de binnenkort openvallende plek, een toezegging los te peuteren over haar opvolging. Zijn collega’s gingen daar echter niet op in.

Zij dragen wat dat betreft toch al een erfenis uit het verleden mee. Bij de aanstelling van Duisenberg, in 1998, heeft Frankrijk de belofte gekregen dat het bij diens afscheid -waarvan we inmiddels weten dat het halverwege 2003 aan de orde is- de nieuwe president mag leveren. Reynders benadrukte deze week dat daarover niets op papier staat, waarmee hij volgens sommigen suggereert dat hij een Franse kandidaat met een veto zal blokkeren als België niet de begeerde zetel krijgt toegewezen.

Hij beargumenteert zijn opstelling met een beroep op de Benelux-belangen. Hij drong er in Oviedo op aan bij de verdeling van de functies binnen de ECB rekening te houden met het regionale aspect. Als Duisenberg, die door Reynders vaak kritisch is bejegend, zijn hielen licht, dient in zijn visie iemand anders uit de drie betrokken landen -in de praktijk betekent dat een Belg- te worden toegevoegd aan het dagelijks bestuur. Hij zocht voor die redenering steun bij Nederland, maar minister Zalm weigerde die.

De zeshoofdige directie vormt samen met de twaalf nationale centralebankpresidenten van de eurolanden de raad van bestuur van de in Frankfurt gevestigde instelling. Die achttien personen beslissen over het rentebeleid.

Momenteel hebben in het eerstgenoemde orgaan behalve Duisenberg, Noyer en Hämäläinen, de Duitser Issing, de Italiaan Padoa-Schioppa en de Spanjaard Solans zitting. Zes lidstaten zijn er dus in vertegenwoordigd. Griekenland komt daar straks bij en Frankrijk is dan tijdelijk niet aanwezig. Van de twaalf landen die participeren in de monetaire unie zijn België, Ierland, Luxemburg, Oostenrijk en Portugal nog niet aan de beurt geweest.

Formeel telt dit laatste niet mee in de overwegingen rond het vervullen van een vacature. Iemand wordt verkozen op grond van zijn kwaliteiten. Maar destijds bij de benoeming van Duisenberg is al gebleken dat de nationaliteit wel degelijk een grote rol speelt. Het zou niet verbazen als in 2003 opnieuw een stevige politieke discussie plaatsvindt over de samenstelling van de ECB-top. Reynders heeft zovast een voorschot daarop genomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer