Herinneringen van een ouderwetse boswachter
„Een antieke boswachter” noemt Sjaak van Dijk (1959) uit Nijverdal zichzelf. Hij werkte 47 jaar voor Staatsbosbeheer op verschillende plekken in het land. Herinneringen aan kleurrijke mensen die hij gedurende zijn loopbaan ontmoette tekende hij op in ”Vreemde Vogels”.
Van Dijk groeide op in Harskamp, op de Veluwe. Hij volgde een opleiding aan de Bosbouwtechnische School in Apeldoorn en kreeg al op 17-jarige leeftijd de mogelijkheid om via het leerlingstelsel bij Staatsbosbeheer aan de slag te gaan. In de jaren die volgden was hij achtereenvolgens hulpopzichter, bewaker, opzichter, boswachter en –ten slotte– provinciaal faunabeheercoördinator in Overijssel. Zijn werk bracht hem op verschillende plekken in het land: Terschelling, Noord-Brabant, het Vechtdal, Drenthe, Twente. Dit najaar ging hij met vervroegd pensioen.
U was aanvankelijk niet van plan om boswachter te worden…
„Mijn vader had een landbouwmechanisatiebedrijf in Harskamp, maar dat was mijn wereld niet. Ik was gek op alles wat leefde: op dieren, op de natuur. Daarnaast tekende en schilderde ik graag. Het was ook de bedoeling dat ik iets met schilderkunst en beeldhouwwerk zou gaan doen. Maar mijn vader overleed onverwacht toen ik 10 jaar oud was en de voogd die ik kreeg toegewezen raadde me af in de kunst verder te gaan. Daar zou geen droog brood mee te verdienen zijn. En tekenen en schilderen zou ik ook wel naast mijn werk kunnen blijven doen. Dat advies heb ik ter harte genomen. Een baan in de natuur leek me ook heel leuk.”
Wat doet een boswachter precies?
„Bij Staatsbosbeheer zijn er verschillende specialisaties. Er zijn boswachters die zich bezighouden met het dagelijks beheer van een gebied. Zij onderhouden contacten met houtaannemers als er bomen worden gekapt. Andere boswachters regelen alles wat met de inventarisatie van planten en dieren in een gebied te maken heeft. Een derde categorie richt zich op publiek en recreatie en zorgt ook voor de bewaking van het gebied. Deze functie had ik in de twintig jaar dat ik hier op de Sallandse Heuvelrug werkzaam was. Ik gaf voorlichting aan schoolklassen, verzorgde excursies, zette wandelroutes uit en trad op als politieagent. Omdat dit een heel toeristisch gebied is, had ik er mijn handen vol aan.”
Wat sprak u aan in dit werk?
„Het is natuurlijk geweldig om buiten in de natuur te mogen werken. Maar omdat ik in verschillende natuurgebieden kwam te werken, leerde ik ook steeds weer andere streekculturen kennen. Dat vond ik boeiend. Ik ontdekte al gauw dat Twente heel anders is dan Drenthe, en dat de mensen die in Brabant dicht bij de Belgische grens wonen niet te vergelijken zijn met Terschellingers. Juist als je er als buitenstaander komt wonen, vallen je de eigenaardigheden op. Zo heb ik me er als calvinistisch jongen van de Veluwe hogelijk over verbaasd dat de rooms-katholieke boer, bij wie ik in Ootmarsum in de kost was, tijdens het tafelgebed opeens een grove vloek uitte toen hij merkte dat de hond een stuk worst van mijn bord probeerde te halen. Hij en zijn vrouw konden niet begrijpen dat ik daar vanuit mijn geloofsbeleving moeite mee had; blijkbaar was dit in hun cultuur heel gewoon. Door mijn werk als boswachter heb ik veel mensenkennis opgedaan.”
Mensen interesseren u?
„Zeker, en dan vooral diegenen die wat buiten de lijntjes kleuren, de figuren die je je blijft herinneren. Authentieke mensen. ”Vreemde vogels” is ook geen uitgesproken natuurboek, al vertel ik ook wel het een en ander over de natuurgebieden waarin ik heb gewerkt en licht ik er een aantal dieren uit. Maar er staan vooral belevenissen in van markante en kleurrijke mensen die in de loop van de tijd op mijn pad kwamen. Dan denk ik aan Janus, een vrijgezelle man op leeftijd die ergens aan de rand van het hoogveengebied Engbertsdijksvenen in Twente woonde, dicht bij de Duitse grens. Hij was een vrijbuiter die het met de regels niet zo nauw nam. Op een dag kreeg hij zelfs een terreinontzegging omdat hij veendammen die het regenwater moesten vasthouden had doorgestoken. Later beschoot hij uit boosheid met een vuurbuks borden van Staatsbosbeheer. Ik bezocht hem op het laatst van zijn leven. Aan de muur hing de plaat met de brede en de smalle weg. Hij zei dat hij daar veel aan had en dat hij regelmatig werd opgehaald om een kerkdienst te bezoeken. Het geloof in de Schepper had in zijn nadagen nadrukkelijker een plek gekregen. Ik denk dat zulke weerbarstige karakters soms dichter bij God leven dan veel brave kerkmensen weleens denken. Ik heb de verhalen van deze mensen voor de toekomst willen bewaren.”
Hield u als boswachter een dagboek bij?
„Nee, ik heb alles vanuit mijn herinneringen opgeschreven. Ik hoefde me alleen maar de mensen voor de geest te halen en de verhalen kwamen vanzelf weer boven. Ik heb ook de vijftig bijbehorende tekeningen gemaakt. Dat was echt een grote klus, want ik had wel vaak dieren getekend, maar geen mensen. Voor de gezichten heb ik uiteraard oude foto’s gebruikt, het is onmogelijk om die uit je geheugen herkenbaar weer te geven. Om de verhalen lezenswaardig te krijgen heb ik bij het schrijven hulp gehad van een coach.”
Welke boodschap wilt u met dit boek uitdragen?
„Als christen ben ik ervan overtuigd dat in de natuur de hand van de Schepper is te zien. We kunnen God opmerken in de unieke pracht van de natuur, in de op elkaar afgestemde kringloop, maar ook in het kleine, in alles wat er om ons heen gebeurt: een vogel die in de lucht vliegt, de veranderende kleur van bladeren in de herfst, een torretje dat in het gras loopt. Als we daar geen oog voor hebben, verliezen we de essentie van het leven. Daarom ben ik wat huiverig voor deze tijd, met al die digitale mogelijkheden en sociale media. We rennen onszelf voorbij zonder dat we om ons heen kijken. Staatsbosbeheer gaat daar ook in mee. Als publieksboswachter moest ik op een gegeven moment gaan twitteren, maar dat heb ik geweigerd. Sociale media zijn niet mijn ding, al begrijp ik best dat er geen weg terug is. In plaats van een smartphone heb ik een leren agenda en om te kunnen bellen gebruik ik een simpele Nokia. Net als premier Rutte, ja. Voor een antieke boswachter zoals ik is er feitelijk geen plaats meer. Staatsbosbeheer vraagt om mensen die vooral in de digitale wereld goed zijn onderlegd.”
Er is veel te doen over de staat van de natuur. Wat ziet u als boswachter?
„Ik maak me zorgen want er is veel aan de hand. Kijk maar om je heen. De weelde aan weidevogels die je decennia geleden in het boerenland zag is verdwenen. De veldleeuwerik die jodelend hoog in de lucht kon staan met z’n snelle vleugelslag, hoor je niet meer. Maar ook de grutto dreigt te verdwijnen, terwijl Nederland het belangrijkste broedgebied voor deze vogel is. Het aantal vlinders en insecten is eveneens sterk afgenomen. Vroeger moest je bij het tankstation langs de snelweg de autoruit schoonmaken omdat er allemaal dode vliegen en andere beestjes op zaten. Dat dat niet meer nodig is, is verontrustend. De natuur bestaat uit allerlei kringlopen; als soorten verdwijnen, heeft dat gevolgen voor het grotere geheel. De biodiversiteit staat onder druk. De intensieve veehouderij –met biljartlakens vol eenvormig raaigras tot gevolg– maakt in mijn ogen de natuur in z’n geheel armer. De stikstofneerslag verzuurt de bodem met alle schadelijke gevolgen van dien. Gelukkig worden er ook veel maatregelen genomen om de natuur te herstellen. Maar dat blijven lapmiddelen als de vervuiling niet wordt teruggedrongen. En daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor. We zullen minder moeten consumeren, waarbij ook in het boerenbedrijf meer aandacht aan de natuurbelangen wordt gegeven.”
Wat heeft de natuur wat u betreft nodig?
„We moeten de natuur veel meer haar eigen gang laten gaan. Als we met elkaar de waarde van alles wat groeit en bloeit inzien, kunnen we er ook meer van genieten. Genieten van de stilte van het bos, van de zuivere buitenlucht, van de planten en de dieren. Het is allemaal gratis beschikbaar. Ik word er altijd blij van als ik ouders met kinderen in het bos zie. Als volwassenen hun verwondering over de natuur kunnen overdragen op volgende generaties hebben ze het wat mij betreft helemaal begrepen. Maar dan moeten we de natuur wel beschermen en er als goede rentmeesters voor zorgen.”
Boekgegevens
Vreemde Vogels, Sjaak van Dijk; uitg. Scholten; 324 blz.; € 24,95
In Buitencentrum Sallandse Heuvelrug in Nijverdal wordt tot eind december een deel van tekeningen van Van Dijk geëxposeerd. ”Vreemde vogels” is hier te koop en ook te bestellen (0548-612711).