Niet minder recidive door Top600-aanpak veelplegers Amsterdam
De manier waarop Amsterdam de meest criminele jongeren in de stad aanpakt, zorgt er niet voor dat deze groep minder vaak opnieuw in de fout gaat. Een vergelijkbare groep die niet tot die zogeheten Top600 hoort recidiveert zelfs net iets minder, staat donderdag in een onderzoeksrapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC). Burgemeester Femke Halsema vindt dat de uitkomst tegenvalt.
„Een van de doelstellingen van de Top600 is immers het terugdringen van recidive, met name van high impact crimes als straatroven, woninginbraken en gewapende overvallen”, schrijft ze in een brief aan de gemeenteraad. Halsema wil kijken hoe de aanpak kan worden verbeterd. Daarbij wordt bijvoorbeeld ook gekeken of de doelen moeten worden bijgesteld. In 2024 hoopt de burgemeester hier meer duidelijkheid over te kunnen geven.
Met de Top600-aanpak worden criminelen, vooral jongeren, in de stad in beeld gebracht zodat ze met begeleiding op het rechte pad kunnen komen en minder vaak opnieuw vervallen in crimineel gedrag. Dat ze toch vaak hetzelfde gedrag blijft vertonen, zou volgens het WODC kunnen komen doordat „ze door hun zware en complexe problemen” lastig zijn te helpen. Ook lijkt het er volgens de onderzoekers op dat de aanpak niet helemaal wordt uitgevoerd zoals was afgesproken.
Het WODC heeft nu alleen gekeken naar recidive bij deze groep. Naar de twee andere doelen van de aanpak, het voorkomen dat jongere broertjes en zusjes ook „afglijden” en het verbeteren van perspectief, wil het verder onderzoek doen. Ook Halsema benadrukt dat met dit onderzoek geen conclusies kunnen worden getrokken „over de effectiviteit van de Top600-aanpak als geheel”.