Taal: Wat is er op de brocante antiekmarkt te koop?
Onderweg naar kantoor fietste ik langs een zogenoemd sandwichbord, zo’n dubbel reclamebord dat aan de onderkant van een lantaarnpaal vastzit. Er was een poster met een aankondiging van een markt op geplakt.
In grote gele letters werd meegedeeld dat er later die week een ”Brocante antiekmarkt” in Apeldoorn zou zijn. De resterende reistijd dacht ik na over het woord ”brocante”. Wat ik me vooral afvroeg: kun je het als bijvoeglijk naamwoord gebruiken?
Het Groene Boekje zegt van niet. Brocante is een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. En het is ontelbaar, dus heeft net als bijvoorbeeld ”vee”, ”melk” en ”rommel” geen meervoud.
Brocante heeft twee betekenissen: tweedehandsgoederen, of een winkel of markt waar dergelijke spullen verkocht worden.
Je kunt in theorie dus zeggen: „Op deze brocante verkoopt men brocante.” En wie de zaken graag visualiseert, zou hier veel oude spullen voor zich moeten zien, bij voorkeur tamelijk chaotisch uitgestald. Geen blingbling, maar vintage (dingen uit de vorige eeuw, of: dingen die líjken op dingen uit de vorige eeuw) en curiosa (dingen die zeldzaam zijn, of die iemand om een andere reden het bewaren waard vond). En naar mijn beleving vaak ook prullaria (dat zijn volgens woorden.org ”kleinigheden van bedenkelijke kwaliteit”). Voor preciezen en perfectionisten is de brocante niet bepaald een lustoord.
Op de ”brocante antiekmarkt” in Apeldoorn wordt waarschijnlijk alleen brocante verkocht van meer dan honderd jaar oud. Of zouden de organisatoren of postermakers bedoeld hebben: ”Brocante en antiekmarkt”? Dan zou het dus een markt zijn met brocante én antieke spullen.
Op Goeree-Overflakkee houdt men blijkbaar nogal van brocante. Wie in Digibron op het woord zoekt, komt overwegend artikelen uit het Eilanden-Nieuws tegen. In de kolommen van deze regionale krant wordt brocante ook veelvuldig als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Lezers worden er bijvoorbeeld uitgenodigd om een winterfair in Nieuwe-Tonge te bezoeken waar ”brocante spullen” te koop zijn. En wie ”brocante snuisterijen” kwijt wil, kan ze twee dagen voor de fair „in Elim inleveren”.
In Achthuizen, twee dorpen verderop, woont een vrouw die dol is op brocante. Haar huis staat er vol mee. In een interview met haar blijkt dat ze het woord ook correct weet te gebruiken. Bijvoorbeeld: „Ik vind het heerlijk om met brocante bezig te zijn.” En ze weet haar verzameling op waarde te schatten; ze noemt het „mijn ouwe meuk”. Kijk, een kenner aan het woord. Altijd fijn.
Redacteur Chris Klaasse bespreekt een taalkwestie.
Reageren? chris@rd.nl