Israël moet nu al nadenken over langetermijnbeleid rond Gaza
De Amerikaanse president Joe Biden had voor zijn vertrek naar Tel Aviv al gezegd dat hij een paar stevige vragen voor de Israëlische regering had. Een daarvan was hoe Israël de toekomst van de Gazastrook voor ogen ziet als de oorlog tegen Hamas en aanverwante groeperingen ten einde is.
Het was niet voor het eerst dat Biden op een deugdelijke exitstrategie voor Gaza aandrong. Hoewel het staatshoofd een en andermaal benadrukte dat Israël het volste recht heeft tegen Hamas op te treden na de aanvallen van 7 oktober, hamerde hij er steeds op dat bezetting van het gebied een grote fout zou zijn en dat de Joodse staat dus met een plan van aanpak voor de dag na de oorlog moet komen.
Opmerkelijk genoeg is daarover in Israël zelf nog weinig discussie. Dat is op zichzelf heel begrijpelijk. Want nog altijd dreunt de schok na van de ongekende wreedheden die Palestijnse terroristen op die zwarte zaterdag begingen. De gedachte dat Hamas moet worden uitgeroeid en een bloedbad als dit nooit meer mag plaatshebben, bepaalt op dit moment de focus van leger, politiek én bevolking.
Toch is het nodig dat Israël zich nu al terdege beraadt op de langetermijnstrategie voor de Gazastrook. Dat kan helpen als Jeruzalem zich ook de komende tijd van de steun van vooral Amerika en Europa wil verzekeren. Als de Joodse staat alleen maar met Hamas afrekent en de Palestijnen in Gaza vervolgens aan hun lot overlaat, zal dat de internationale goodwill niet bepaald ten goede komen.
Het is voor Israël nog lastig genoeg om zo’n strategie te formuleren. In het verleden richtte de regering zich doorgaans op kortetermijndoelen: het stoppen van Palestijnse raketbeschietingen en het herstellen van het machtsevenwicht en de afschrikking. Maar een visie op de verdere toekomst van de Gazastrook hoorde daar niet bij.
De opties voor Israël zijn overigens beperkt. Permanente bezetting van de Gazastrook, inclusief het bestuur over 2,3 miljoen Palestijnen die de Joodse staat niet bepaald welgezind zijn, lijkt een vrijwel onmogelijke opgave en strookt ook niet met het internationaal recht.
Een alternatief is het gebied overdragen aan de Palestijnse Autoriteit (PA). Die werd echter in 2007 juist gewapenderhand door Hamas uit de Gazastrook verdreven. Bovendien is de PA bestuurlijk uitermate zwak en zeer impopulair onder de Palestijnse bevolking. Niet alleen in Gaza, maar ook op de Westelijke Jordaanoever, waar ze het deels wél voor het zeggen heeft.
Een laatste optie is enige vorm van internationaal bestuur. Maar daar zit vermoedelijk geen land ter wereld op te wachten.
Vooralsnog richten leger en politiek in Israël zich op de zaken die nu –opnieuw begrijpelijkerwijs– dringend aandacht behoeven. Maar er komt een moment dat de vraag opdoemt: En wat nu? Het zou goed zijn als Israël daar al ideeën over heeft.