Dat zei ze dinsdag in het wekelijkse vragenuur van de Tweede Kamer tegen NSC-voorman Pieter Omtzigt. Die noemde het onbestaanbaar dat de vrouw een jaar lang op vrijwillige basis als juridisch medewerker voor de organisatie heeft gewerkt. In die hoedanigheid had ze onder meer toegang tot persoonsdossiers van vluchtelingen.

Nadat de NOS met dat nieuws kwam, rees al snel de vraag hoe de screeningsautoriteit Justis heeft meegewogen dat de vrouw in 2015 hoogzwanger van Ede naar Bagdad was gereisd om zich bij IS te voegen. In 2019 gaf de rechtbank Rotterdam haar daarvoor 30 maanden celstraf, waarvan 10 voorwaardelijk. Gebruikelijk is dat Justis minstens twintig jaar terugkijkt in het systeem om te zien of de VOG-aanvrager ooit voor zware misdrijven zoals terrorisme is veroordeeld.

Yeşilgöz benadrukte dinsdag dat minister Weerwind voor Rechtsbescherming verantwoordelijk is voor de VOG. Daar nam Omtzigt geen genoegen mee, hij wil dat de bewindsman zo snel mogelijk schriftelijk op de kwestie terugkomt. Weerwind moet ook uitzoeken of er nog meer personen zijn, die net als de vrouw veroordeeld zijn voor terrorisme en toch in het bezit zijn van een VOG.

Omtzigt lichtte toe dat hij de zaak mede hoog opneemt omdat Wahhab Hassoo, yezidi-vluchteling en de nummer 40 op de kandidatenlijst van NSC, persoonlijk wordt bedreigd. Volgens Omtzigt probeert Hassoo daar aangifte van te doen, maar geven de autoriteiten niet thuis.