Thrillerauteur Reinier Sonneveld: Moderne staten zijn kwetsbaar én weerbaar
Reinier Sonneveld maakte naam met spraakmakende theologische publicaties. Nu ligt zijn thriller ”De hoogvlieger” in de winkel. „Je kunt met fictie de dingen op scherp te zetten.”
In 2006 debuteerde Sonneveld met ”Jutten”, waarvoor hij meteen de Publieksprijs voor het Christelijke Boek kreeg. In dat boek diepte hij allerlei bijzondere vondsten op uit de Bijbel „om geestelijke verveling tegen te gaan”. Later trok hij de aandacht met onder meer ”Het vergeten evangelie” (2018), ”Waar is God in de crisis? En waar ben ik?” (2020) en met ”Reli Detox. Genezen van religieuze manipulatie” (2022). In 2013 werd hij genomineerd als ”Meest spraakmakende theoloog”.
In ”De hoogvlieger” pleegt een islamitische terreurgroep een huiveringwekkende aanslag bij de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Het gevolg is dat een golf van geweld de wereld overspoelt en die de mensheid op de rand van een wereldoorlog brengt.
Hoe komt een theoloog ertoe om een thriller schrijven?
„Ik schrijf al sinds mijn jeugd verhalen. Toen ik een jaar of tien, elf was besloten mijn ouders twee kinderen te adopteren. Dat was ook voor mij best heel ingrijpend. Mijn natuurlijke reactie was toen om een verhaal te gaan schrijven over een gezin waarin kinderen worden geadopteerd. Later heb ik meer fictie geschreven: verhalen, prentenboeken, een graphic novel, romans. Dat is mijn manier om te reageren op de dingen die me bezighouden.”
Een thriller is nog weer van een andere orde.
„Schrijven over theologische onderwerpen heeft iets braafs. Je bent bezig om mensen mooie inzichten mee te geven, om hen gerust te stellen, te troosten misschien wel. Maar ik miste toch iets in dit genre. Met fictie kun je veel meer de schaduwkanten van het mens-zijn laten zien, de ruwe kant van het leven die er ook is. Vooral in een thriller kun je de dingen op scherp zetten en de menselijke drijfveren onderzoeken. Ik beleef er ook plezier aan om een verhaal zo spannend mogelijk te maken, de lezer wat onrustig te maken, de adrenaline te laten stromen. Het heeft voor mij iets van een spel om dit genre eens te proberen – en om daarbinnen iets te vertellen over wat me dwars zit, wat ik belangrijk vind of wat me dierbaar is.”
U schetst een onheilspellend scenario van escalerend geweld. Hoe reëel is dat beeld?
„De gebeurtenissen die ik in dit boek beschrijf zijn in onze tijd zeker mogelijk. Als we niet oppassen komt er inderdaad een grote ontploffing. Er zijn twee fenomenen die ons boven het hoofd kunnen groeien en die samen een explosief mengsel vormen. In de eerste plaats gaan de technologische ontwikkelingen steeds sneller. Het wordt steeds gemakkelijker en goedkoper om onheil aan te richten. Laatst was er hier iemand in de straat die met een drone door ramen van huizen aan het filmen was. Dat was heel intimiderend. Ik moest opeens rekening houden met iets waar ik niet mee was opgegroeid. Het enige wat ik op dat moment kon doen was snel de gordijnen dicht trekken.
Wapens zijn via internet steeds gemakkelijker te krijgen. Het is zelfs mogelijk om een pistool thuis uit een 3D-printer te laten rollen. Internet en sociale media creëren bovendien bubbels waarin mensen worden bevestigd in hun gelijk, waardoor ze vatbaar worden voor allerlei complottheorieën en steeds extremere ideeën kunnen ontwikkelen zonder dat ze worden gecorrigeerd. Dat zijn reële gevaren die tamelijk nieuw zijn en waar we mee hebben te dealen.
Het tweede fenomeen dat in onze tijd nog steeds volop speelt is religie, waarmee we al vanouds veel kapot kunnen maken.”
Waar gaat het mis bij religie?
„Religie gaat over grote woorden die we in handen hebben gekregen en waar we vaak nauwelijks raad mee weten: God en duivel, hel en hemel, eindtijd en nieuwe aarde… Ze gaan ons letterlijk te boven. Het is ingewikkeld om daar om een gezonde manier mee om te gaan. Religie is in staat om ons de krachtigste en troostrijkste woorden te bieden, maar tegelijk kan religie ontaarden in fundamentalisme en geweld. Dan wordt het eigen gelijk ten koste van anderen behaald en kunnen mensen in naam van God de vreselijkste dingen doen. Dat zie je bijvoorbeeld bij zelfmoordterroristen, die anderen meeslepen in hun ondergang.
Mijn theologische kritiek op zulke terroristen zou zijn dat ze eigenlijk heel klein over God denken. Hij kan het blijkbaar niet Zelf af. Een echte martelaar onderscheidt zich juist op dit punt. Die sterft voor de goede zaak, maar beoogt het goede voor anderen. Zoals Jezus Zich in Gethsémané liet oppakken en daarmee zorgde voor een vrijgeleide voor Zijn discipelen.”
Uw boek gaat over een aanslag door moslims. Is de islam gewelddadiger dan andere religies?
„Het zit in de mens om God als het ware te willen helpen om iets voor elkaar te krijgen. Christenen zijn daar niet anders in dan de moslims of hindoes. We kennen onze godsdienstoorlogen uit de zestiende eeuw, een schandvlek voor het christendom. Daarom moeten we als christenen niet te snel kritiek leveren op andere religies. Er is ook in onze christelijke traditie veel misgegaan, waardoor mensen wantrouwend werden ten aanzien van het geloof en een stroming als de verlichting een voedingsbodem kreeg. Laten we dat erkennen en oppassen voor zelffelicitaties als er een aanslag door bijvoorbeeld moslims plaatsheeft.”
De geschiedenis van Abrahams offer op de berg Moria speelt een belangrijke rol in uw boek. Hoe interpreteert u dit verhaal?
„Het is een kwetsbaar, open verhaal dat in verschillende religieuze tradities vaak heeft geleid tot ongezonde interpretaties. Ik ken verhalen van ouders die in de opvoeding van hun kinderen op grond hiervan hun boekje te buiten gingen alsof het gerechtvaardigd zou zijn je kinderen te mishandelen. Uit het Nieuwe Testament wordt duidelijk dat ook in de Joodse traditie met deze geschiedenis is geworsteld. Het verhaal staat niet op zichzelf. Eerder al had Abraham zijn zoon Ismaël met Hagar de woestijn in gestuurd, wat zo goed als een doodvonnis was. Maar ze bleven door een wonder gespaard. Daarom kon Abraham bij het offeren van Izak geloven dat God zijn zoon zelfs uit de dood zou laten opstaan, zoals in de Hebreeënbrief staat. Dat plaatst deze geschiedenis in een heel ander licht. De kwestie is niet dat Abraham het leven van zijn zoon overhad voor God. Nee, hij wist dat het goed zou komen met Izak, dat hij het zou overleven.”
Hoe somber bent u over de toekomst?
„Dat wisselt. Er is veel wat mis kan gaan. Ik moest mezelf bij het schrijven van ”De hoogvlieger” vaak afremmen omdat ik haast had. Ik voelde dat de dingen die ik beschreef reële gevaren waren. Terwijl ik bezig was, barstte de oorlog in de Oekraïne los, waarbij ook goedkope hobbydrones worden gebruikt. Nu met die verschrikkelijke uitbarsting in Israël komt dit nog sterker naar voren: de rol van religie, waarover mijn boek gaat, evenals de falende inlichtingendiensten en het gebruik van eenvoudige technologieën als drones en paragliders.
Maar bij terreuraanslagen zie je op een gegeven moment toch ook weerbaarheid ontstaan in de samenleving. Er is veel empathie, veel erbarmen waardoor zaken vaak niet verder escaleren. In mijn boek laat ik ook zien dat er in verschillende godsdiensten altijd weer mensen opstaan die een matigend effect hebben. Elke keer zijn er mensen die zeggen: „Hé jongens, zullen we het hoofd koel houden?” Dat stemt mij hoopvol. Er is heel veel dat goed, of net niet fout gaat. In die zin kun je zeggen dat de meeste mensen deugen. Niemand is gedoemd tot het plegen van aanslagen. In mijn boek laat ik zien dat mensen over het algemeen te veel erbarmen hebben om echt kwaad te doen. In de praktijk blijkt het in elk geval mogelijk we ook met verschillende waarheidsclaims vreedzaam met elkaar leven. We hoeven daarvoor geen water bij de wijn te doen, maar we moeten wel bescheiden zijn en kritisch op onszelf durven te zijn. En met elkaar in gesprek blijven, in het besef dat we de ander ten diepste niet van ons gelijk kunnen overtuigen. Niet met argumenten en zogenaamde bewijzen – en al helemaal niet met dwang.”
Boekgegevens
”De hoogvlieger”, Reinier Sonneveld; uitg. Brandaan; 400 blz.; € 22,99