Boomkwekers in het Betuwse dorp, verenigd in Tree Centre Opheusden (TCO), en het Hoornbeeck College uit Amersfoort, hebben de handen ineen geslagen om te komen tot een nieuwe praktijkgerichte mbo-opleiding voor de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).

Leerlingen gaan vier dagen in de week aan de slag bij een leerbedrijf en één dag naar school. Het concept is niet nieuw, de opleiding wel, vertelt opleidingsmanager Jan van Bentum van het Hoornbeeck. Jan Dekker van TCO sluit zich daarbij aan.

„De kwaliteit van bestaande groenopleidingen is voor onze sector –de laanboomteelt– onder de maat”, legt Dekker uit. „Dat komt onder meer door het verdwijnen van goed personeel bij de school waarmee we eerder hebben samengewerkt. Bovendien was er binnen die onderwijsinstelling geen ruimte voor vernieuwing. Vervolgens hebben we met verschillende onderwijsaanbieders gesproken, maar zonder concreet resultaat. We wilden een opleiding die lijkt op de vroegere praktijk: de leermeester begeleidt de gezel. Zo zijn we uiteindelijk in Amersfoort terecht gekomen.”

Groeicyclus

„Het Hoornbeeck had nog geen groenopleiding, vertelt Van Bentum. „We hebben dit niet gezocht, maar er is ingespeeld op de behoefte van de boomkwekers hier in Opheusden. Samen hebben we een uniek concept bedacht. Zoals gebruikelijk maakt onze school zelf een opleidingsplan. Het resultaat is dat we onze leerlingen de hele groeicyclus van een boom op een kwekerij aanleren: planten, veredelen, opkweken, snoeien en rooien.”

De opleiding telt inmiddels 41 leerlingen. De helft daarvan is doorgestroomd vanuit de vorige samenwerking met de school uit de regio. De andere helft krijgt voor het eerst les in het laanboomhuis in Opheusden. Dat is de enige plek in Nederland met een complete proeftuin voor de laanboomsector, waar de theorie in de praktijk kan worden toegepast. Oude rotten uit de branche laten er de kneepjes van het vak zien. Ook hier dus het meester-gezel principe.

Verreweg de meeste leerlingen werken bij boomkwekers in de omgeving, maar ook andere bbl’ers, zoals die van de Brabantse concurrentie, zijn welkom.

Van Bentum: „We zijn het jaar begonnen met drie niveaus. Iedere leerling krijgt een baangarantie. Niet alleen omdat ze via een leerbedrijf les krijgen en omdat het aantal vacatures in de boomsector momenteel groter is dan het personeelsaanbod, maar ook omdat er door de stijgende vraag naar bomen in de toekomst op dit terrein genoeg te doen zal blijven.”

Enthousiast

De start van een eerste jaar met twintig nieuwe leerlingen –naast de 21 doorstromers– betekent dat de TCO-school vooralsnog een succes is, constateren beide gesprekspartners. Dekker: „De studenten komen met enthousiaste verhalen terug bij het leerbedrijf. Het gaat bovendien om een landelijk erkende beroepsopleiding. “

Er worden naast praktijkonderwijs ook theoretische vakken zoals Nederlands, rekenen en burgerschap gegeven, licht hij toe. „We proberen die vakken wel vakgericht in te vullen. Bijvoorbeeld: hoe bereken je de juiste dosering gewasbeschermingsmiddelen of het aantal aan te planten bomen op een hectare? Daarnaast maken we gebruik van ervaringsdeskundigen die gastlessen geven.”

Zowel TCO als het Hoornbeeck College zijn beducht voor een te snelle groei van de opleiding. Van Bentum geeft aan dat de groei van het aantal leerlingen niet ten koste mag gaan van de kwaliteit.

Daarnaast moet het mogelijk zijn om de opleiding tussentijds bij te stellen. Daarvoor is een ontwikkelingsgroep in het leven geroepen. Er zitten vertegenwoordigers van zowel TCO als het Hoornbeeck College in.

De school heeft ambities voor de toekomst, zegt Van Bentum. „We willen graag zowel niveau 4 als niveau 1 aan de opleiding toevoegen. Niveau 4 omdat management- en kantoorfuncties ook nodig zijn en niveau 1 omdat we iets willen betekenen voor jongeren voor wie leren lastig is.”