Wall Street komt bij na banenrapport en eindigt fors hoger
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met forse winsten geëindigd. Aan het begin van de handelssessie schrokken beleggers nog van een sterker dan verwachte banengroei in de Verenigde Staten, omdat die zou kunnen leiden tot extra renteverhogingen. Maar later ebde die rentevrees weg en ging de aandacht uit naar de sterk presterende Amerikaanse economie.
De Dow-Jonesindex steeg 0,9 procent tot 33.407,58 punten. De bredere S&P 500 won 1,2 procent tot 4308,50 punten en techbeurs Nasdaq eindigde 1,6 procent hoger tot 13.431,34 punten.
Volgens het belangrijke banenrapport van het Amerikaanse ministerie van Arbeid kwamen er vorige maand 336.000 nieuwe arbeidsplaatsen bij in de grootste economie ter wereld, bijna twee keer zoveel als economen in doorsnee hadden verwacht. Dit wakkerde in de eerste handelsminuten de rentevrees aan, wat ook leidde tot een daling van de waarde van veel obligaties. Uiteindelijk kregen handelaren die rekenen op een sterke economie in combinatie met afnemende inflatie de overhand.
Autofabrikanten GM, Ford en Stellantis stegen tot 3 procent. Vakbond UAW ziet af van stakingen bij nog meer fabrieken van deze concerns, die al weken kampen met werkonderbrekingen van Amerikaanse arbeiders die meer loon willen. De vakbond zegt nu aanzienlijke vooruitgang te boeken in de onderhandelingen met de automakers.
Farmaceut Amgen meldde door te kunnen gaan met de overname van zijn branchegenoot Horizon Therapeutics voor 27,8 miljard dollar. Marktwaakhond FTC spande eerder een rechtszaak aan om de deal tegen te houden, maar na een schikking kan die nu toch doorgaan. Amgen won 0,9 procent, de handel in aandelen van Horizon Therapeutics lag stil.
Het op schalieolie gerichte energiebedrijf Pioneer Natural Resources won ruin 10 procent. ExxonMobil (min 1,7 procent) is volgens The Wall Street Journal bezig met een deal om deze branchegenoot over te nemen voor 60 miljard dollar. Daarmee zou het mogelijk de grootste overnamedeal van dit jaar worden.
De olieprijzen liepen weer licht op na de scherpe daling van de afgelopen dagen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,6 procent meer waard op 82,84 dollar. Brentolie steeg 0,5 procent tot 84,46 dollar per vat. Vorige week voedden oplopende olieprijzen, tot bijna 100 dollar per vat, nog de angst dat ze de inflatie langer hoog zouden houden.
De euro was 1,0585 dollar waard, tegenover 1,0596 dollar bij het slot van de Europese beurzen.