SGP stabiel, maar niet zonder uitdagingen
De SGP ademt, kort na het aantreden van de achtste partijleider in de 105-jarige geschiedenis, stabiliteit. De partij staat, ook bij de buitenwacht, bekend als degelijk, betrouwbaar en principieel. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen. Drie daarvan op een rij.
De vrouwenkwestie
„Goed dat @chris_stoffer zich helder uitspreekt. Het is nodig dat dit gesprek gevoerd wordt in de @SGPnieuws achterban”, schreef Sapientia vorige maand opgetogen op X. Het SGP-vrouwennetwerk sloeg aan op de uitspraak van Chris Stoffer in dagblad Trouw, gedaan in zijn hoedanigheid als nieuwe SGP-leider, dat hij er geen moeite mee zou hebben als er vrouwen op de SGP-kandidatenlijst zouden staan.
Van harte leek hij die uitlating echter niet te doen. Eerder in het interview sprak hij namelijk afhoudend van „een interne discussie waarin ik mij niet ga mengen”. Pas nadat de krant hem een eerdere uitspraak voorhield, gaf Stoffer opnieuw –nu als SGP-leider– helderheid over zijn positie. In de uit 2018 daterende interviewbundel ”Een levend getuigenis. Gesprekken over 100 jaar SGP” zei Stoffer, vermoedelijk nog vóór hij Kamerlid werd, dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat vrouwen politiek actief zijn. Nu, tegen Trouw: „Ik héb er ook geen bezwaar tegen, maar in de partij ligt het gewoon heel moeilijk. Daar ga ik nu geen stevige uitspraken over doen, dat wakkert alleen maar polarisatie in de achterban aan.”
In de interviewbundel kreeg hij ook de vraag of hij op grond van de Bijbel kon aantonen dat zijn positie principieel juist is. Daarop antwoordde hij: „Nee, maar ik heb me daar eerlijk gezegd ook nooit in verdiept.” Het kwam hem op kritiek te staan van de hersteld hervormde kand. D. Baarssen. In het blad ”In het Spoor” schreef hij: „Dus hebben we al een Tweede Kamerlid namens de SGP dat het SGP-beginselprogram moet vertolken en uitdragen, dat de SGP moet vertegenwoordigen en dat zelf geen benul heeft van een belangrijk SGP-standpunt.”
Met zijn uitspraak over de vrouwenkwestie heeft Stoffer nu al meer prijsgegeven van zijn persoonlijke visie dan zijn voorganger Kees van der Staaij in al zijn 25 jaar als Kamerlid. Wat de impact van Stoffers uitlatingen ook zijn, betekenisloos zijn ze zeker niet. Ook al zal hij zich vanaf nu omwille van de eenheid niet meer in de discussie mengen.
Hoewel veel SGP’ers het graag over andere onderwerpen willen hebben, staat buiten kijf dat omgaan met de vrouwenkwestie een van de uitdagingen is van de partij. Sterker nog, het is de achilleshiel. Beginselprogramma en praktijk wringen. De rechterflank heeft het beginselprogramma aan haar zijde; de linkerflank steeds meer de praktijk, getuige de langzame maar gestage toename van het aantal vrouwen op SGP-kandidatenlijsten.
Bij iedere verkiezing kan het vraagstuk weer oplaaien, met alle risico’s van dien. Zo begon een groep jonge SGP’ers kort voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 een petitie waarin het SGP-bestuur werd opgeroepen zich „openbaar en eenduidig” uit te spreken tegen vrouwen op kandidatenlijsten. Dat gebeurde, zoals te verwachten was, niet.
Grote stappen in de andere richting, zoals een poging om de partijbeginselen aan te passen of het plaatsen van vrouwen op de landelijke lijst, zijn evenmin op korte termijn te verwachten. Aannemelijk is dat de huidige situatie –een schurende theorie en praktijk– voorlopig blijft voortbestaan. Hoe dan ook staat de partijtop voor de uitdaging de twee flanken, beide overigens een minderheid in de partij, positief bij de SGP betrokken te houden en zodra de kwestie opspeelt daar verstandig mee om te gaan.
Rechtsere leden
„Soms zijn we gewoon gruwelijk links”, zei Stoffer ooit op een congres van SGP-jongeren, waarbij hij als voorbeeld ontwikkelingssamenwerking noemde.
In de partij is er eigenlijk geen discussie over dit soort linkse standpunten, maar des te meer over rechtse politiek. Op dit punt worden de verschillen in het SGP-electoraat goed zichtbaar als het over Forum voor Democratie gaat. Is de partij van Thierry Baudet een bondgenoot of een gevaar? Het is maar aan welke SGP’er je het vraagt.
Bij de keuze van de Veenendaalse burgemeester Gert-Jan Kats om zijn lidmaatschap van de SGP in 2021 op te zeggen, speelde de houding van de SGP ten opzichte van FVD een belangrijke rol. Hans van de Breevaart, die voor het wetenschappelijk instituut van de SGP werkte, maakte dit jaar de omgekeerde beweging: hij ging voor Forum werken. „Bij het CDA, de ChristenUnie en de SGP mis ik het profetische geluid”, zei hij tegen het Reformatorisch Dagblad. „De huidige politiek is compleet in de ban van de progressieve agenda. Daar past geen opstelling bij die zeer constructief is, maar een stijl van politiek bedrijven die meer getuigend van karakter is.”
Aannemelijk is dat SGP’ers die gecharmeerd zijn van FVD de felle uithalen van die partij tegen het progressieve denken over geslacht en gender aantrekkelijk vinden. En voor wie toch al wantrouwend naar de overheid kijkt, kan het corona- of stikstofstandpunt van FVD aansprekend zijn. Dat Baudet over de SGP sprak als „een heel impotent soort christendom” en „een beetje slappe hap” nemen sommige van deze SGP’ers wellicht voor lief.
Bekend is dat een deel van de SGP’ers voorstander is van een steviger, rechtsere koers. Afgelopen zomer zei de jonge politicus Tom de Nooijer de SGP vaarwel, nadat het SGP-hoofdbestuur hem naar eigen zeggen had toegevoegd dat hij de partij met zijn optreden „ernstige schade” berokkende. „Voor mensen met een rechts en kritisch profiel is kennelijk geen ruimte meer binnen de partij”, luidde zijn conclusie. „De SGP is tegenwoordig liever gematigd en overconstructief maar ‘veilig’, dan controversieel maar uitgesproken, ideologisch en principieel. Zwichten voor mogelijke ophef dus. En dat voor een getuigenispartij.”
Kort daarvoor was er ophef rond een andere jonge SGP’er, Mathijs van der Tang. In een documentaire zei hij dat het de taak van de overheid is om moslims te weren. Van der Tang veroorzaakte al eerder commotie en werd geschorst door SGP-jongeren. Volgens een verklaring van de moederpartij schorsen SGP en SGPJ leden „in beginsel niet om een enkele uitspraak”. „Geen ophef veroorzaken, is voor de SGP-jongeren blijkbaar belangrijker dan opkomen voor je eigen beginselen”, stelde Van der Tang vast.
Duidelijk is dat er een uitdaging ligt op het gebied van rechtsere versus meer gematigde SGP’ers. Die gaat niet alleen over standpunten en retoriek, maar heeft nóg een dimensie. Die heeft te maken met de identiteit en de beginselen van de partij. In de optiek van een deel van de achterban is het SGP-geluid verwaterd. In een RD-verkiezingsonderzoek voor de stembusgang van 2021 droegen tientallen SGP’ers verbeterpunten aan die gingen over méér behoudendheid, getuigenispolitiek, principiële houding en een Bijbels geluid. „Een nog meer Bijbelse koers, want helaas is de SGP ook aan het veranderen”, stelde een van de respondenten.
Voor de SGP is het een opgave verstandig om te gaan met uitingen van individuele, mondige leden op de rechterflank. Maar er is ook een bredere uitdaging. Een groot deel van de achterban voelt zich aangetrokken tot standpunten en retoriek die –soms fors– rechtser zijn dan die van de SGP-volksvertegenwoordigers in de Eerste en Tweede Kamer. Zij stemmen wellicht in principe trouw SGP, maar zijn vatbaar voor de gedachte dat het SGP-geluid te soft en voorzichtig is. Dat gaat ten koste van de eenheid in de partij. De kunst is om de rechtsere en meer gematigde SGP’ers bij elkaar te houden.
Gesteld kan worden dat Roelof Bisschop van de huidige fractie de groep rechtse SGP’ers het beste bedient. De parlementariër is niet bang om zich stevig uit te drukken en de confrontatie te zoeken. Zijn afzwaaien, na de verkiezingen, roept dan ook de vraag op wie van de toekomstige fractieleden er bij uitstek voor gaat zorgen dat ook deze groep aan haar trekken komt.
Rentmeesterschap
Als het gaat om politiek-inhoudelijk punten, is er één thema waarover binnen de partij bij uitstek verschil van mening bestaat: rentmeesterschap, ook wel duurzaamheid genoemd. Het gaat dan onder meer over klimaat, landbouw en stikstof. De uitdaging is helder: én beleid voorstaan dat het algemeen belang dient, én de flanken in de partij vasthouden.
Van de SGP-kiezers die meededen aan het genoemde RD-onderzoek, zou zeker 30 procent in een of meerdere opzichten iets aan de partij willen veranderen. Een van de meest geuite wensen was dat de SGP groener wordt. Vanuit SGP-jongeren klonk ook meermaals een groen geluid. „Wat betreft klimaat ontbreekt bij de moederpartij nog te veel een stok achter de deur”, stelde toenmalig SGPJ-voorzitter Arie Rijneveld in 2021 in het RD. „Zo van: we gaan het proberen, maar als het niet lukt, dan zij dat zo.”
„Ondertussen worden duidelijke stappen gemaakt bij de SGP als het gaat om duurzaamheid”, signaleerde Rijneveld tegelijkertijd. „Dat is te zien aan het werk van Kamerlid Chris Stoffer.” In het genoemde Trouw-interview liet Stoffer zich positief uit over klimaatminister Rob Jetten (D66). „Zijn partij is bepaald niet de mijne, maar ik vind dat hij als minister echt goede stappen heeft gezet voor het klimaat.” Ook zei hij dat de SGP alles steunt „wat enigszins redelijk is, ook het klimaatfonds”.
Er is echter ook een andere kant. In het RD-onderzoek lieten enkele SGP’ers een tegenovergesteld geluid horen. Zo zei iemand: „Alle groene religie eruit. Geen duurzaamheids- en klimaatveranderingonzin in het programma.” Uit onderzoek van I&O Research in 2021, met overigens een vrij klein aantal SGP-respondenten, kwam naar voren dat een kwart van de SGP-kiezers vindt dat een volgend kabinet (veel) minder moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Landbouw is al jaren een belangrijk thema voor de SGP. Over de aanpak van het stikstofprobleem wordt in de partij verschillend gedacht. Kamerlid Bisschop, de landbouwwoordvoerder van de SGP-fractie, schuwt harde kritiek op het landbouw- en stikstofbeleid van het kabinet niet. Zo noemde hij het beleid van stikstofminister Christianne van der Wal „immoreel” en stelde hij dat er wordt „gesold” met de landbouw. „We doen maar wat”, hield hij Van der Wal onlangs in een debat voor. Saillant detail: de minister werkt nauw samen met een SGP’er, namelijk haar woordvoerder.
„Ik hoor iemand al zeggen: en, hoe wil de SGP uit het stikstofmoeras komen?”, schreef Bisschop eerder dit jaar aan het eind van een column onder de titel ”Perspectief voor een vitale en dienstbare landbouw”. Het Kamerlid wil af van „de eenzijdige focus op kritische depositiewaarden” (kdw’s). Ook in het vorige week gepresenteerde verkiezingsprogramma komt stikstof aan bod. Daarin staat dat „niet elke snipper natuur” in een Natura 2000-gebied onder het juridische beschermingsregime moet vallen. Of een juridisch houdbaar alternatief voor de kdw’s gevonden kan worden en of Brussel toestaat dat Nederland soepeler omgaat met Natura 2000-gebieden, is echter maar zeer de vraag.
De SGP pleit voor verduurzaming van de agrarische sector, maar stelt dat daar qua tijd een generatie voor nodig is. Onzeker is of de maatregelen die de SGP voorstaat, zoals innovatie, voldoende zijn om bijvoorbeeld de vergunningverlening weer uit het slop te trekken. Al met al bepleit de partij dus zeker geen ingrijpend beleid op korte termijn. Bisschop laat zich niet uit over de vraag of reductie van de veestapel volgens hem noodzakelijk is.
Die duidelijkheid geeft partijgenoot en stikstofprofessor Wim de Vries wel. Op de vraag of het onontkoombaar is dat de veestapel in bijvoorbeeld de Gelderse Vallei flink moet inkrimpen, zei hij vorig jaar in het RD ronduit ja. Ook stelde hij dat ervoor moet worden gewaakt „dat politici valse hoop bieden dat we uit dit mestmoeras kunnen komen met de huidige vorm van landbouw, de huidige dieraantallen of de inzet van techniek”. Naast De Vries zijn er ook andere SGP’ers die op landbouwgebied een groen geluid laten horen.
Niet iedere SGP’er is fan van de lijn van Bisschop op het gebied van landbouw en stikstof. Anderzijds bedient hij er zonder meer een groep kiezers mee. Maar of dezelfde stevige lijn ook na de verkiezingen te horen zal zijn, is de vraag. De SGP heeft in elk geval wel een boer hoog op de lijst gezet. Melkveehouder Henk van der Wind stond de vorige keer op plek 29; nu op nummer 7. De stelling dat terugdringing van de stikstofuitstoot hard nodig is om de natuur te sparen, noemde hij „nogal een boude”.