Interpay lonkt naar buitenlandse partner
Nog even, dan geldt een overboeking naar Spanje niet meer als een buitenlandse betaling. Onder druk van de Europese Centrale Bank (ECB) werken banken koortsachtig aan één betaalstandaard. Interpay wil graag een groot deel van de transacties gaan verwerken. Om deze toppositie te bereiken, liggen fusies met buitenlandse partners in het verschiet.
Elke consument maakt gebruik van de diensten van Interpay, bewust of onbewust. Het bedrijf verwerkt vrijwel alle betalingen met pinpas en chipknip in Nederland. Incasso’s, overboekingen en spoedbetalingen neemt Interpay -met 1200 medewerkers- ook voor zijn rekening. In 2004 ging het in totaal om ruim 3 miljard transacties. Nederlandse banken als Rabo, ABN AMRO en ING bezitten de aandelen van de betalingsfabriek.
Elk land kent een of meer van deze verwerkers. Net zoals elke natie een eigen betaalstandaard kent. Door deze diversiteit blijft een overboeking van Nederland naar Italië een moeizaam proces waarvoor diverse stappen nodig zijn. Terwijl beide landen dezelfde muntsoort hanteren, zodat er feitelijk sprake is van een ’binnenlandse’ betaling.
Tijdrovend en inefficiënt, zo oordeelt de ECB over de huidige werkwijze. De centrale bankiers oefenen daarom druk uit op de banken om een uniform betaalsysteem te ontwikkelen. Zij vinden een bondgenoot in de politiek. De leiders van de eurolanden spraken in Lissabon af dat Europa in 2010 de meest competitieve economie ter wereld moet zijn. Gemakkelijk betalen is een voorwaarde om goed zaken te kunnen doen in het buitenland. Banken werken daarom inmiddels koortsachtig aan een standaard betaalsysteem.
Hier liggen kansen voor Interpay, aldus bestuursvoorzitter B. Haasdijk woensdag. „We concentreren ons helemaal op de verwerking van transacties. Andere activiteiten hebben we afgestoten. We willen klaar zijn als de nieuwe betaalstandaard een feit is om vervolgens nieuwe klanten te werven.”
De prijsstelling van Interpay moet buitenlandse partijen naar de Nederlandse betalingsverwerker lokken. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders relatief goedkoop uit zijn voor hun bankproducten. Haasdijk denkt dat er onder bijvoorbeeld Franse en Duitse banken animo zal zijn om het betalingsverkeer elders te laten afwikkelen. „De Nederlandsche Bank bevestigde dat onze tarieven voor de afhandeling van pinbetalingen de laagste in Europa zijn. Buitenlandse banken zouden een dief van hun eigen portemonnee zijn als ze niet over de grenzen keken.”
Niet iedereen denkt overigens zo positief over de prijzen. Zo legde de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) Interpay in april vorig jaar een boete op vanwege de hoge tarieven die het hanteerde voor pintransacties. De beroepsprocedure loopt nog. „Er is geen sprake van misbruik van onze positie. De beschuldigingen hebben we adequaat weerlegd”, aldus Haasdijk.
Het kan nog vier jaar duren voordat het nieuwe betaalsysteem er is. Tot die tijd verwacht Haasdijk een fusiegolf in de sector. Nu telt Europa nog enkele tientallen betalingsverwerkers. Daar blijft een handjevol van over, denkt de bestuursvoorzitter. De vijf spelers zijn dan elk goed voor de jaarlijkse verwerking van 10 miljard transacties.
Interpay staat nu op de derde plaats. Hoewel Haasdijk ook autonoom denkt te kunnen groeien, kijkt de directievoorzitter goed om zich heen. „Wij praten met iedereen. Samenwerking of fusie met partijen van gelijke omvang is vooral interessant, met die kleintjes kom je niet zo snel aan de top. Het liefst maken we een forse klapper.”
Ondanks de aankomende consolidatieslag gaat Interpay niet op overnamepad. Daarvoor lopen de aandeelhouders niet warm. „De overnamesom zou dan door de aandeelhoudende banken moeten worden betaald”, zegt Haasdijk. „En de bereidheid daartoe betwijfel ik. Ze hebben niet de beschikking over een oorlogskas om overnames te financieren.”