Aantal doden in verkeer fors lager
Het aantal verkeersdoden is vorig jaar fors gedaald. De grootste daling deed zich voor bij jongeren. Het aantal verkeersdoden onder 15- tot 25-jarigen is met bijna een kwart gedaald.
Dit blijkt uit donderdag gepresenteerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
In 2001 vielen 7 procent minder doden in het verkeer dan in 2000: 1085 slachtoffers, tegenover 1166 in het jaar ervoor. Het aantal verkeersdoden is daarmee voor het eerst sinds de jaren vijftig van de afgelopen eeuw onder de 1100 gekomen. Begin jaren zeventig vielen er nog meer dan 3000 doden per jaar op de weg.
Jongeren blijken nog steeds de kwetsbaarste groep in het verkeer. Ongeveer 30 procent van de verkeersdoden is tussen de 15 en 30 jaar, terwijl die groep maar 20 procent van de bevolking uitmaakt.
Een verkeersongeval is onder jongeren ook de belangrijkste doodsoorzaak. Een op de drie overledenen tussen de 15 en 19 jaar komt om op de weg.
Het gebruik van de bromfiets -een belangrijk vervoermiddel voor deze leeftijdsgroep- blijkt minder risicovol te zijn geworden. Procentueel was de daling van het aantal verkeersslachtoffers onder brom- en snorfietsers het grootst. Het aantal verongelukte brom- en snorfietsers daalde in 2001 met 20 procent van 110 naar 87.
De daling was het grootst onder jonge bromfietsers. Onder 15- tot 19-jarige brom- en snorfietsers vielen 25 in plaats van 43 doden te betreuren.
Het grootste aantal doden viel in 2001 onder bestuurders en passagiers van personenauto’s. Het aantal inzittenden van personenauto’s dat omkwam, daalde van 543 naar 503 in 2001. Ook hier was de daling onder jongeren het grootst: 20 procent.
Een kwetsbaar vervoermiddel blijft de fiets. Een op de vijf verkeersdoden was fietser. Dit cijfer veranderde nauwelijks in 2001. In dat jaar kwamen 228 fietsers om. Zeker 40 procent van deze verkeersdoden was boven de 65 jaar.
Onder de omgekomen voetgangers is het percentage ouderen nog hoger. Een op de drie verongelukte voetgangers was boven de 75 jaar. Het aantal doodgereden voetgangers bleef gelijk aan dat in 2000.
Minister Netelenbos van Verkeer publiceerde donderdag op het twaalfde verkeersveiligheidscongres in Amsterdam ook cijfers over de verkeersveiligheid. Vreemd genoeg wijken haar cijfers af van die van het CBS. Volgens de minister is het aantal verkeersdoden in 2001 zelfs onder de 1000 uitgekomen, op 993. Al jaren is er een verschil tussen de verkeersveiligheidscijfers van het ministerie en die van het CBS.
Het CBS baseert zijn cijfers op informatie van lijkschouwers, rechtbankdossiers en de politie. In officiële beleidsstukken wordt de telling van het ministerie aangehouden.
Uit de cijfers van de minister blijkt een daling van het aantal dodelijke ongevallen rond het weekeinde. Op zondagen ligt het getal zelfs ruim een kwart lager dan in 2000.
Flevoland is volgens de minister de provincie waar de beste resultaten bij de verbetering van de verkeersveiligheid worden behaald.