Giorgio Napolitano: een groot politicus
De afgelopen vrijdag op 98-jarige leeftijd overleden Giorgio Napolitano was van 2006 tot 2015 de eerste (ex-)communistische president van Italië. Hoogstwaarschijnlijk ook de laatste.
Napolitano was gangmaker achter de transformatie van de communisten in sociaaldemocraten. Een ander wapenfeit waardoor hij de geschiedenis zal ingaan, is zijn ingrijpen in de crisis in 2011. Toen haalde hij als staatshoofd toenmalig premier Silvio Berlusconi over om af te treden. De oud-president, die dinsdag een staatsbegrafenis krijgt, had in zijn lange leven heel wat politieke vijanden, maar zelfs die betuigen nu dat met hem een groot Italiaan is heengegaan.
Napolitano kwam in 1925 in Napels ter wereld in een gegoede familie, waaraan hij een aristocratisch voorkomen overhield. Na zijn rechtenstudie kwam hij in 1953 in de Kamer van Afgevaardigden voor de Partito Comunista Italiano (PCI). Hij bleef 51 jaar parlementariër, waarvan 6 jaar in het Europees Parlement. Daarnaast was hij Kamervoorzitter, minister en, als een van de weinige goed Engelssprekende Italiaanse politici, buitenlands vertegenwoordiger van zijn partij. In de jaren 70 was hij woordvoerder van een stroming binnen de PCI die het Russische voorbeeld van communisme achterhaald achtte, vond dat Italië NAVO-lid moest blijven en dat de toekomst van Italië binnen een verenigd Europa lag. De meerderheid binnen de PCI bleef echter anti-NAVO en anti-Europa, waardoor de partij zich twintig jaar politiek buitenspel zette. Tot leed van Napolitano. In 1985 antwoordde hij op de vraag waarom zijn partij zich niet aansloot bij het socialisme, dat „de achterban dat niet zou begrijpen”. Pas in de jaren 90 ging de PCI op in de huidige Partito Democratico.
In 2006 werd Napolitano president. Het parlement vertrouwde op zijn ervaring en gematigd optreden en zag hem vanwege zijn leeftijd niet als een bedreiging voor zittende politici. Dat bleek een vergissing. Het staatshoofd, dat in Italië weinig formele invloed heeft, bemoeide zich actief met zaken als armoedebestrijding. In 2011 oefende Napolitano –met Angela Merkel en Nicolas Sarkozy– zware druk uit op Berlusconi, wiens kabinet wankelde terwijl de rente op de Italiaanse staatsschuld gevaarlijk steeg. Berlusconi trad af, waarna Napolitano de formatieopdracht gaf aan oud-Eurocommissaris Mario Monti. Als hoofd van een zakenkabinet stelde Monti orde op zaken. Staatsrechtelijk gezien zocht Napolitano de grenzen van zijn bevoegdheden op. Maar het land was gered.