Een nieuwe bestuurscultuur
Met dat premier Mark Rutte zijn vertrek aankondigde, ging er een zucht van verlichting door Den Haag. Eindelijk zou alles anders worden. De achterkamertjespolitiek van Rutte en z’n kornuiten was verleden tijd en het land was eindelijk verlost van al die schimmige ruttiaanse trucjes.
Ik had dan ook even de hoop dat de Algemene Politieke Beschouwingen de voorbode zouden zijn van een nieuwe politieke lente. Want met een demissionair kabinet zou de Kamer nu eindelijk kunnen laten zien hoe je, door het praktiseren van een nieuwe bestuurscultuur, dit land behoort te regeren. Het viel me niet mee, om niet te zeggen dat het een totale deceptie werd.
Het was natuurlijk te verwachten. Want voor de vakantie goed en wel ten einde was, slonk de euforie over de nieuwe politieke lente al. Pieter Omtzigt kon maar niet beslissen of hij nu wel of niet met een eigen partij zou meedoen aan de komende verkiezingen. Tenminste, dat zei hij. Maar al werd het niet hardop gezegd, je hoorde hier en daar toch fluisteren dat het opvoeren van de spanning door het uitstellen van een beslissing een bekend maniertje uit de trukendoos van de oude bestuurscultuur is. De beslissing gerekt, aandacht verzekerd.
Caroline van der Plas zag haar momentum verlopen en besloot in actie te komen door een premierskandidaat te presenteren. Nee, toch niet, het was gewoon de nummer 2 op de lijst. Die akelige journalisten ook, die stellen de boel altijd verkeerd voor. Vervolgens shopte ze nog wat Kamerleden bij partijen ter rechterzijde en voilà, BBB was, door ordinaire zetelroof, een leuk partijtje geworden. Als dat geen nieuwe bestuurscultuur is.
Frans Timmermans, die met z’n wachtgeld op kosten van de EU campagne voert, wreef zich in de handen toen hij de eerste peilingen na zijn aantreden zag. Lilian Marijnissen slaat met haar zure SP nog geen politieke deuk in een pakje boter en de ballon van D66 kon je zelfs in Brussel horen leeglopen. Alleen die akelige Partij voor de Dieren, dat was nog een concurrent. Maar ook daar brak eindelijk de bestuurlijke lente door. Er werden driftig messen in ruggen gestoken, zodat ik beter dan ooit begreep waarom ze daar zo fel hadden gevochten voor een slachtverbod.
En de nieuwe bestuurscultuur? Die bestaat er vooralsnog uit dat je zelfs niet de minste kritiek mag hebben op Pieter Omtzigt én geen goed woord mag zeggen over Mark Rutte. Tel uit je winst.