Grote Hervorming staat nog uit
Mannen uit de Reformatie en uit de eeuwen daarna trachtten het boek Openbaring te duiden in het licht van de (kerk)geschiedenis. Hun bevindingen zijn het bestuderen waard.
In Openbaring 12-19 lezen we over de opkomst en ondergang van het nieuwtestamentische Babylon. In Openbaring 12 staat voor een vrouw een draak met zeven hoofden en tien hoornen. De zeven hoofden zijn zeven bergen (17:9), waarmee volgens velen het zevenbergige Rome wordt bedoeld. Het zijn ook zeven koningen (regeringshoofden of regeringsvormen). Vijf zijn er gevallen (17:10). Het Romeinse Rijk had vijf regeringsvormen gehad toen in Johannes’ tijd de keizerlijke regeringsvorm (het zesde hoofd) in zwang was.
Een hoorn is zinnebeeld van macht en kracht. De draak verbeeldt het heidense Romeinse Rijk, dat tien belangrijke machtsgebieden (tien hoornen) omvatte. De vrouw verbeeldt de Bruidskerk, die zinnebeeldig zwanger is van Christus (C. Vitringa, W. à Brakel, M. Henry, A. van der Kooij).
Pauselijke macht
De eerste ronde heidendom-christendom eindigt na zware weeën met de overwinning door het christendom. Met de ‘geboorte’ van christenkeizer Constantijn de Grote (312) komt er een christelijke overheid. Maar de strijd tussen Geest en beest gaat door (A. van der Kooij).
Het Romeinse Rijk valt in 395 in twee delen uiteen. De tweede ronde heidendom-christendom begint dan. Door volksverhuizingen verzwakt het West-Romeinse Rijk, maar een nieuwe beestmacht met tien hoornen komt op: het beest uit de zee (13:1). Vitringa concludeert, na onderzocht te hebben of dit beest ook niet het heidense Romeinse Rijk betreft: „Het beest uit de zee is het Paapse Roomse Rijk.” De macht van de draak is overgegaan op het zeebeest (13:2).
Openbaring 13 spreekt ook van een beest uit de aarde. De tien hoornen van het zeebeest dragen in de loop van de eeuwen hun macht over op Rome’s bisschop. In het gebied van het zeebeest komt het beest uit de aarde op met een kerkvorst met wereldlijke macht. Vooral van 1100 tot 1550 regeren pausen met veel macht over het rijk. De keizerlijke regeringsvorm is vervangen door de pauselijke (het zevende hoofd).
Met de Reformatie is Rome een dodelijke zwaardwond toegebracht (13:3) door de verkondiging van de rechtvaardiging van de goddeloze om niet. Maar de profetische Da Costa dichtte rond 1850: „Maar nog was ’t einde niet! De wonde toegebracht aan Rome heelt zich en daar rijst een nieuwe macht (des Ongeloofs)!”
De Reformatie is nu uitgewerkt. De dodelijke wond is genezen. Een nieuwe beestmacht komt op (derde ronde heidendom-christendom). Na de draak (12) en het zeebeest (13) schildert Openbaring 17 ons het afgrondsbeest. Een beestmacht gebaseerd op ”geen God en geen meester”: de mens op de troon. Wie berijdt dat beest? Een hoer (17:3), beeld van de valse kerk. Naar Da Costa: „de Rooms-Katholieke kerk samen met de verworden protestantse kerk”.
Openbaring 18 biedt gelukkig een heerlijk perspectief: Babylon zal vallen. De troon van het beest wordt verwoest. Maar zonder Israël komt de wereld er niet. „Hun aanneming zal zijn het leven uit de doden” (Romeinen 15:11). De Grote Hervorming, de echte Great Reset, staat nog uit.
Wachters op Sions muren (Jesaja 21:11) horen te letten op de tekenen der tijden en te waken als anderen slapen. „Gewisselijk, de Heere Heere zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard heeft” (Amos 3:7). „Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet” (Jeremia 33:3). Wat een rijke beloften. Wat een oproep om bezig te zijn met het mogen verstaan van de tijden en gelegenheden. De exegetische argumenten van mannen uit en na de Reformatie zijn het wegen waard. In deze boze, antichristelijke tijd is een juiste duiding van Openbaring onmisbaar.
De auteur schreef ”Vitringa over de Openbaring van Johannes” (2 delen; het laatste deel omvat ook ”Babylons opkomst en neergang”).