Spanje stuurt christelijk Koerdisch gezin terug naar Iran
Zeker drie aannemelijke redenen had het gezin van Mohammad Rahmatinia om te vrezen voor deportatie naar Iran. Maar de Spaanse rechters bleken onvermurwbaar. Hij vreest voor zijn leven.
Ondanks dringende protesten van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, het Catalaanse parlement en de regioregering in Barcelona heeft de Spaanse politie vrijdagochtend een christelijke Iraanse man en zijn gezin teruggestuurd naar Teheran. Het gaat om de Koerdisch-Iraanse activist Mohammad Rahmatinia, zijn zwangere vrouw en hun 7-jarige zoontje.
Sinds 5 september bivakkeerden de Iraniërs in een kelderruimte op de luchthaven van Barcelona. Rahmatinia, die in Iran tot 15 jaar voorwaardelijke celstraf is veroordeeld om zijn politieke activisme, vreest voor zijn leven. „Als ik teruggestuurd wordt, ga ik de gevangenis in en loop ik de kans ter dood veroordeeld te worden”, zei hij kort voor zijn uitzetting tegen de Catalaanse publieke omroep.
Begin september vluchtte het gezin naar Barcelona. Rahmatinia vroeg politiek asiel aan in Spanje, maar dat werd geweigerd. Toch leken er degelijke gronden te bestaan om aan te nemen dat hij niet veilig was in Iran. Rahmatinia is lid van de Democratische Partij van Koerdistan, een verboden partij in Iran.
Vrouwenrechten
Bovendien is hij naar eigen zeggen actief geweest in de beweging voor vrouwenrechten. Zo had hij meegedaan aan tientallen straatprotesten na de geruchtmakende dood van de eveneens Koerdisch-Iraanse Mahsa Amini. Bij de onderdrukking van deze protesten werden duizenden mensen opgepakt en vielen tal van doden. Deze zaterdag is het een jaar geleden dat Amini in een politiecel overleed nadat ze opgepakt was omdat ze haar hoofddoek niet op de voorgeschreven manier zou hebben gedragen. Er is ook een religieuze reden waarom Rahmatinia risico loopt in zijn land: hij is christen.
Voor de Spaanse immigratiedienst was het onvoldoende om een asielprocedure te starten. In afwachting van hun beroep daartegen, moest het Iraanse gezin tien dagen in een kelder zonder daglicht op het vliegveld verblijven. De politie verhinderde zelfs dat een arts de zwangere vrouw kon bezoeken. Twee leden van het Catalaanse parlement werd donderdag de toegang tot het met deportatie bedreigde gezin eveneens ontzegd.
Gebrekkig
De Spaanse afdeling van de vluchtelingenorganisatie UNHCR drong bij de Spaanse overheid aan op toelating van het gezin tot de asielprocedure. De VN-organisatie toonde zich bezorgd over „de gebrekkige kwaliteit” van de vragen die de Spaanse immigratiedienst had gesteld om de angst van het gezin voor politieke vervolging vast te stellen. In het licht van het beschikbare nieuws uit hun land kunnen de redenen die het Iraanse gezin voor zijn asielaanvraag aanvoert niet afgedaan worden als „onwaarschijnlijk en tegenstrijdig”, aldus UNHCR.
Toch is dat precies wat de rechters van het Nationale Hof in Madrid deden. Het feit dat Rahmatinia meer dan één reden had om voor zijn vrijheid en zijn leven te vrezen, lijkt in zijn nadeel te werken. In het deportatiebevel noemde het Hof zijn vluchtverhaal „inconsistent”. In eerste instantie had hij namelijk gezegd dat hij in Iran vervolgd werd als lid van de verboden Koerdische partij. Daarna, in het beroepsschrift tegen de afwijzing, haalde hij religieuze vervolging aan als motief voor zijn asielaanvraag. In plaats van zich af te vragen of beide motieven misschien waar zouden kunnen zijn, trokken de Spaanse rechters hieruit de conclusie dat de man loog.