Koopkrachtverlies vorig jaar vergelijkbaar met eerdere crises
Nederlanders kenden vorig jaar een groot koopkrachtverlies dat vergelijkbaar was met de klap in de portemonnee tijdens de grote economische crises van de voorbije decennia. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ging de Nederlandse bevolking er in doorsnee 1,2 procent op achteruit.
De koopkrachtontwikkeling dook in het verleden alleen tijdens de zware recessie in de jaren tachtig en de crisis van 2009-2013 met meer dan een procent in de min, heeft het statistiekbureau becijferd. De laatste jaren liep de koopkracht telkens juist wat op. Dat was zelfs het geval tijdens de coronacrisis in 2020 en 2021.
Dat de koopkracht vorig jaar zo sterk daalde kwam vooral doordat de energieprijzen in rap tempo opliepen na de Russische inval in Oekraïne. Daardoor liep de inflatie over de gehele linie ook hard op.
Huishoudens met een heel laag inkomen gingen er volgens het CBS wel op vooruit in koopkracht. Dit was te danken aan de energietoeslag die ze ontvingen om de sterk gestegen energierekening te kunnen betalen. Dit ging veelal om 1300 euro.
In de maanden november en december vorig jaar kregen vrijwel alle huishoudens in Nederland bovendien bovendien 190 euro korting op de energierekening. Zonder dergelijke compenserende maatregelen zou de koopkracht in Nederland volgens het CBS harder zijn gedaald.
Gepensioneerden gingen er in doorsnee bijvoorbeeld ruim 3 procent op achteruit in de portemonnee. Zonder alle energiemaatregelen zou het verlies 4,4 procent zijn geweest.