Von der Leyens eigen christendemocraten nemen het de afgelopen tijd weer vaker op voor boeren, bedrijven en burgers die volgens hen in de knel komen door te voortvarende klimaatmaatregelen. De commissievoorzitter slaat zelf ook een andere toon aan, kondigden EU-bronnen vooraf al aan.

Von der Leyen vraagt in haar zogeheten Staat van de EU in Straatsburg meer aandacht voor de kwakkelende Europese industrie en voor de zorgen van gewone mensen over de kosten van de overgang naar een klimaatvriendelijker economie. Die kosten worden eerlijk verdeeld, en bedrijfsleven en bevolking worden op weg geholpen, bezweert ze.

De commissievoorzitter omschrijft de productie van gezond voedsel als de basis van het landbouwbeleid en stelt dat het ook belangrijk is op het gebied van voedsel zelfvoorzienend te zijn. „Dat is wat onze boeren bieden.” Maar volgens de Duitse is het „niet altijd een makkelijke taak”, verwijzend naar onder meer de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne en klimaatverandering die gepaard gaat met droogte, natuurbranden en overstromingen.

De commissievoorzitter benadrukt dat het ook belangrijk is de natuur te beschermen en dat dit hand in hand kan gaan met landbouw. Hoewel volgens Von der Leyen al velen zich inzetten voor duurzamere vormen van landbouw, moet met de boeren worden samengewerkt. „Dit is de enige manier om de voedselvoorziening voor de toekomst veilig te stellen.” Daarom wil ze een dialoog starten over de toekomst van de landbouw in de EU.

De christendemocratische EVP in het Europees Parlement „verwelkomt de nieuwe fase” in het Europese klimaatbeleid. EVP-voorman Manfred Weber onderstreept nog maar eens dat hij „het basisidee” daarvan steunt. „Maar we luisteren ook naar onze werkenden, ons mkb, onze boeren, onze jongeren.” De voedselproductie moet bijvoorbeeld juist omhoog, vindt hij, om de hoge prijzen te drukken.

Sinds onder meer de plotselinge opkomst van de Nederlandse BBB klinkt in de EU de waarschuwing dat zij met haar klimaatmaatregelen te hard van stapel loopt. Vooral rechtse partijen vrezen verzet op te roepen en bij de verkiezingen in juni te worden afgestraft.