Grote techbedrijven in focus op afwachtend Wall Street
Grote Amerikaanse techbedrijven stonden woensdag in de belangstelling op de aandelenbeurzen in New York. Voor de openingsbel werd bekend dat Google-moeder Alphabet, Apple, Amazon, Facebook-eigenaar Meta en Microsoft worden onderworpen aan strenge regels van de Europese Unie.
De techbedrijven zijn volgens de Europese Commissie zo groot en machtig dat ze dienen als poortwachters voor diensten van anderen. Dat schept verantwoordelijkheid en daarom krijgen ze extra voorschriften opgelegd. De grote techconcerns krijgen nog een halfjaar de tijd om zich aan de nieuwe regels te gaan houden. Doen ze dat niet, dan riskeren ze een boete die kan oplopen tot 10 procent van de jaaromzet.
Tot al te grote zorgen leidden de nieuwe regels nog niet. Alphabet, Amazon, Meta Platforms en Microsoft kwamen in eerste handelsminuten niet ver van hun slotstanden van dinsdag af.
Apple verloor 1,4 procent procent. Zakenkrant The Wall Street Journal meldde dat China zijn ambtenaren heeft opgedragen om geen iPhones en andere apparaten van buitenlandse merken voor hun werk te gebruiken.
De algehele stemming op Wall Street bleef voorzichtig. Beleggers wachten vooral op het zogeheten Beige Book, een verslag van de Federal Reserve over de staat van de economie. De Amerikaanse centrale bank is al langere tijd bezig de rente te verhogen om de inflatie te bestrijden, en de hogere rentetarieven remmen de economie af. Beleggers hopen dat de economie inmiddels voldoende wordt afgeremd en dat de Fed later deze maand de rente niet nog verder hoeft te verhogen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,3 procent lager op 34.545 punten. De brede S&P 500 zakte ook 0,3 procent tot 4482 punten en techgraadmeter Nasdaq daalde 0,4 procent tot 13.970 punten.
Roku won ruim 10 procent. De maker van mediaspelers voor videostreaming kondigde aan zo’n 10 procent van het personeel te ontslaan en het aannemen van nieuwe medewerkers te beperken om kosten te besparen. Eerder dit jaar kwam het bedrijf ook al met een ontslagronde.
De euro was 1,0736 dollar waard, tegen 1,0719 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,3 procent meer op 86,94 dollar. Brentolie werd 0,1 procent duurder op 90,15 dollar per vat.