Op de Brandenburger Tor stond in 1806 nog het paardenspan Quadriga uit 1793. Dat werd geroofd door Napoleon, kwam later terug en sneuvelde alsnog in de Tweede Wereldoorlog. Nu staat er een kopie op de iconische poort. Het duo Eline Jongsma en Kel O’Neill van Jongsma+O’Neill brengt de aanloop naar het genoemde staaltje van Franse roofkunst in beeld voor de tentoonstelling, die gemaakt is samen met verschillende Duitse musea en in de lente ook in Berlijn te zien is.

„Napoleon versterkte zijn positie door geroofde kunstschatten onder te brengen in zijn Musée Napoleon. Hitler liet kunstwerken confisqueren voor zijn gedroomde museum. Hoe megalomaan hun projecten ook, ze vallen in het niet bij de enorme hoeveelheid voorwerpen die de afgelopen eeuwen door koloniale grootmachten vanuit de hele wereld naar Europa zijn verscheept”, zegt Het Mauritshuis. Bezoekers worden meegenomen in tien verhalen over roofkunst uit koloniën en schatten gestolen door de Fransen en door de nazi’s. Ze gaan niet over het verleden alleen, maar vooral ook over de toekomst in deze tijd waarin teruggave van dit soort buit volop in discussie is.

Het Mauritshuis nam het initiatief voor de expo, want het onderwerp houdt ook het museum aan de Hofvijver druk bezig. Het heeft in de collectie een, na de oorlog eerlijk gekocht, zelfportret van Rembrandt dat in de oorlog werd geroofd van een Joodse familie om het op te nemen in het nooit verwezenlijkte Führermuseum van Hitler. Na de bevrijding troffen de geallieerden het aan in een zoutmijn in Oostenrijk, waar veel roofkunst opgeslagen bleek. Jongsma+O’Neill biedt de geïnteresseerden ook een virtual reality-kijkje in die mijnen.

De expo in het Mauritshuis is van 14 september tot en met 7 januari.