Opinie

Identiteit bewaren geen polarisatie maar plicht

Laten we als gereformeerde gezindte onverkort onze grondslag vasthouden, in leer en leven. Jesaja sprak: „Tot de Wet en tot de Getuigenis; zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben.”

Arno Bronkhorst
1 September 2023 17:30
„Koers houden is een opdracht, een dure plicht, een grote verantwoordelijkheid.” beeld iStock
„Koers houden is een opdracht, een dure plicht, een grote verantwoordelijkheid.” beeld iStock

Een gedeeld pakket van opvattingen, normen en waarden geeft een gevoel van verbondenheid. En die verbondenheid doet mensen tevredenheid ervaren, aldus een hoofdredactioneel commentaar (RD 19-8). Daarin wordt benoemd dat dit een les is. Verbondenheid, in verbinding zijn, is essentieel, zeker als het om identiteit gaat. Dat vraagt wel om koersvastheid, vanuit een uitgangspunt en een positie die duidelijk zijn.

Alex de Bruijn schreef dat „ergens samen voor staan en gaan” samenbindend werkt (RD 19-8). Inderdaad, en daarbij is het van belang te weten wat we samen vóórstaan. Je uitgangspunt of positie als persoon, instituut en organisatie helder hebben, daar consistent in zijn en daarop aanspreekbaar zijn (intern en extern) is allemaal nodig om koersvast en doelgericht te handelen.

In de praktijk wordt koersvast blijven door de ander nogal eens geïnterpreteerd als polariseren. Maar polariseren is ongewenst. Het benadrukt tegenstellingen en meningsverschillen en vergroot ze uit. Het drijft zaken op de spits. Dat zorgt niet voor verbondenheid.

Stel, je maakt samen een wandeling met vooraf de afspraak om de navigatie te volgen. De navigatie geeft ”rechtdoor” aan. Een van beiden gaat toch rechtsaf. Na een tijd kom je elkaar op afstand weer tegen. Degene die rechtsaf is gegaan, verwijt de ander dan dat ze nu „lijnrecht tegenover elkaar staan”. Wie polariseert? Degene die koers hield of degene die een andere route koos?

Gezonde leer

Koers houden is een opdracht, een dure plicht, een grote verantwoordelijkheid. Dat geldt zeker als het gaat om onze levensbeschouwelijke identiteit. Gods Woord, zoals we dat mogen hebben in onze Statenvertaling (SV) en de daarbij horende kanttekeningen (de enige kerkelijk geautoriseerde Bijbelverklaring), alsook de door de Dordtse Synode vastgestelde Drie Formulieren van Enigheid zijn principieel én onopgeefbaar! Als we hierin concessies doen, is koerswijziging een reëel gevaar. Een kleine stap nú kan straks immense gevolgen hebben. En als die gevolgen beslist niet denkbeeldig zijn, is het dan redelijk om degenen die koersvast proberen te blijven te typeren als ”polariserend”?

Voor gezin, school en kerk geldt: „Bewaar het goede pand dat u toebetrouwd is” (1 Timotheüs 6:20a;
2 Timotheüs 1:14a). De kanttekenaren wijzen erop dat het hier gaat om de gezonde leer „welke u als een pand is te bewaren gegeven, om hetzelve wel aan te leggen en ook anderen te bewaren te geven”. De opstellers van de Dordtse Leerregels besluiten als volgt: „dat zij zich in het verhandelen van deze leer, beide in scholen en kerken, godvruchtiglijk en godsdienstiglijk gedragen; haar zowel met de tong als met de pen tot Gods eer, heiligheid des levens en vertroosting der verslagen gemoederen richten; dat zij met de Schrift naar de regelmaat des geloofs niet alleen gevoelen, maar ook spreken; en eindelijk van al zulke manieren van spreken zich onthouden, die de palen van de rechte zin der Heilige Schrift, ons voorgesteld, te buiten gaan.”

Laat ieders hartelijke bede zijn en blijven: „Heer’, ai, maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend” (Psalm 25:2, berijmd). Met Gods Woord in de SV, de kanttekeningen en onze belijdenisgeschriften als uitgangspunt hebben we steeds onze afwegingen te maken, het beleid te formuleren en in praktijk te brengen en het gesprek te voeren.

„Geen dageraad”

Wat betekent het bovenstaande voor bijvoorbeeld de verstaanbaarheid van Gods Woord in de SV? Stellen we onszelf de vraag wat de oorzaken kunnen zijn van vragen bij de verstaanbaarheid ervan? Hoe is ons persoonlijk onderzoek van Gods Woord? En hoe is dat in onze gezinnen, scholen en kerken? Bestuderen we de kanttekeningen? Kennen we onze belijdenisgeschriften? En hoe dragen we dit over aan onze kinderen en jongeren?

Of hebben we zelf moeite met de taal van de Bijbel, laten we de kanttekeningen links liggen en stellen we: de Bijbel alleen is genoeg, belijdenisgeschriften zijn ook maar door mensen opgesteld? Als we er zelf zo in staan en er zo mee omgaan, dan hoeft het niet te verbazen dat we dit ook uitstralen naar onze omgeving. Dan is de roep om andere vertalingen, andere verklaringen en andere interpretaties niet verwonderlijk. Redeneren en werken we niet achterstevoren als we zo wat principieel en onopgeefbaar is opgeefbaar maken? En als er geen verbinding (meer) is met betrekking tot wat we vóórstaan, hoe ver kunnen we dan nog met elkaar meegaan? En hoe kunnen we, als de zorgen daarover worden gedeeld, dan spreken van ”polariseren”?

Onze identiteit bewaren is geen polarisatie, maar onze plicht. Laten we onverkort onze grondslag vasthouden, in leer en leven, met inachtneming van wat Jesaja sprak: „Tot de Wet en tot de Getuigenis; zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben” (Jesaja 8:20; zie ook de kanttekeningen). Dat we in hartelijke verbondenheid aan Gods Woord en elkaar onze plicht mogen verstaan, smekend om Gods zegen.

De auteur is bestuurder KOC Diensten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer