Andere rechter: overheid mag bescherming derdelanders wél stoppen
De onduidelijkheid over de positie van de zogenoemde derdelanders wordt steeds groter. De rechtbank in Den Haag heeft donderdag bepaald dat Nederland de bescherming wel degelijk mag stoppen. De rechtbank in Rotterdam kwam eerder ook tot dat oordeel, terwijl de Haagse rechtbank woensdag juist nog tot de conclusie was gekomen dat Nederland die bevoegdheid niet heeft.
Derdelanders zijn mensen die vanuit andere landen naar Oekraïne waren verhuisd om daar te werken of te studeren. Toen Rusland het land binnenviel, sloegen zij ook op de vlucht. Zij kregen in de gehele Europese Unie, en dus ook in Nederland, dezelfde bescherming en dezelfde rechten als Oekraïners. In Nederland zou het om naar schatting 2900 mensen gaan. Het kabinet wil dat de vluchtelingen maandag hun recht op bescherming en opvang kwijtraken. Dan moeten ze ook de gemeentelijke opvanglocaties of gastgezinnen verlaten. Wie geen asiel aanvraagt, moet binnen 28 dagen vertrekken uit Nederland.
Een man uit Nigeria, die in Oekraïne studeerde toen de oorlog begon, was in april vorig jaar naar Nederland gevlucht. Hij kreeg onlangs te horen dat zijn bescherming stopt en dat hij Nederland moet verlaten. Daarom stapte hij naar de rechter. De rechtbank in Den Haag behandelde zijn zaak in Utrecht.
De Nigeriaan had een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne. De rechtbank vindt dat de overheid bevoegd is „om de tijdelijke bescherming van de categorie derdelanders met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning te beëindigen”. Hun bescherming komt volgens de rechter voort uit een facultatieve bepaling. Landen hebben de vrijheid om die in te voeren en hebben ook de vrijheid om die ongedaan te maken.
Op woensdag had de rechtbank Den Haag juist twee mensen uit India en iemand uit Marokko in het gelijk gesteld. Ook zij hadden een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne. Toen oordeelden de rechters dat EU-ministers samen de bescherming hebben ingevoerd, en dat die blijft gelden totdat de EU-landen samen besluiten dat die niet meer geldt. Die zaken dienden in Roermond.
De Raad van State moet zich binnenkort buigen over de eerdere uitspraken over derdelanders. Tegen die vonnissen is hoger beroep ingesteld. De hoogste rechter komt er niet aan toe om die zaken te behandelen voor maandag, de dag waarop de bescherming vervalt. Gemeenten willen voor vrijdagmiddag duidelijkheid van het kabinet.