Prof. Van den Belt voor GB-studenten: Roep geen ongezond angstgevoel op rond vergeten zonden
Het is goed om voorzichtig te zijn met het verwoorden van hoe het hemelleven zal zijn, zegt prof. H. van den Belt. „Paulus is opgetrokken in de derde hemel en zegt daarover dat hij onuitsprekelijke woorden heeft gehoord die het een mens niet geoorloofd zijn om uit te spreken.”
De hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam sprak woensdag in conferentieoord Mennorode te Elspeet voor studenten van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. Met hen dacht de hoogleraar na over systematisch-theologische vragen als: waar zijn onze doden? Wat zeggen de belijdenisgeschriften over ”na de dood” en de opstanding der doden?
Veel mensen denken na over het leven na de dood, stelde prof. Van den Belt. „Uit onderzoek blijkt dat iets meer dan de helft van de mensen geloven dat er meer is dan het leven alleen – al weten ze vaak niet wat ze zich erbij moeten voorstellen. Je wordt als kerkelijke werker of predikant met deze vragen geconfronteerd.”
In tweetallen dachten de studenten na over de vraag welk lied of welke psalm ze zouden willen laten zingen tijdens hun uitvaart. „Pastoraal best een beladen onderwerp. Het gaat namelijk niet alleen over anderen, maar ook over jezelf.”
Schrik des Heeren
In de vorm van een werkcollege besprak de hoogleraar 2 Korinthe 5. Het is een van de sterkste teksten in het Nieuwe Testament die gaat over het voortbestaan van de ziel na de dood, stelt de hoogleraar. „Als je doordrongen bent van de schrik des Heeren, wil je mensen bewegen tot het geloof. Houdt het oog daarom altijd gericht op de onzichtbare werkelijkheid”, zo gaf prof. Van den Belt aan de studenten mee. „Het gaat over het leven nu. Hier, in dit leven, valt de beslissing. Het doet er toe wat je gedaan hebt, met je lichaam en je leven. Binnen tachtig jaar staan wij allemaal voor de rechterstoel. Als het goed is maakt dat je kinderlijk afhankelijk.”
Tegelijkertijd is het niet zo dat je angstvallig geconfronteerd wordt met je vergeten zonden, zei de hoogleraar. „Ernst mag er zeker zijn, maar je kunt ook een ongezond angstgevoel oproepen rondom de zonden. Wees ook maar voorzichtig met het verwoorden hoe het hemelleven zal zijn. Paulus is opgetrokken in de derde hemel en zegt daarover dat hij onuitsprekelijke woorden heeft gehoord die het een mens niet geoorloofd zijn om uit te spreken.”
Terughoudend
De bespreking van delen uit de belijdenisgeschriften stelt de studenten wezenlijke vragen: waar is Jezus geweest na zijn sterven? Is Hij nedergedaald ter helle? Hoe moet je dat lezen met in het achterhoofd de woorden die Hij spreekt tegen de moordenaar: „Heden zult Gij met mij in het paradijs zijn”? „Het antwoord op de vraag waar onze doden zijn wordt al snel speculatief. De hemel is een plaats. Jezus is er, Elia en Henoch ook. Luisterend naar de Schriften spreek ik Corrie ten Boom dan maar na: „Je mag er gerust over fantaseren, als je maar bedenkt dat het heel anders zal zijn”.”
Ook het spreken over de hel moet zorgvuldig gebeuren, volgens prof. Van den Belt: „Niemand heeft zoveel over de hel gesproken als Jezus. Niemand heeft er ook zó over gesproken. Hoe zet je de toon zonder in angst te vallen? Wees daarom ook terughoudend in je oordeel bij een begrafenis. Persoonlijk heb ik eerder de neiging om voorzichtiger te zijn dan dat ik uitgesprokener word.”
De hoogleraar sluit af: „Bij Christus te zijn is verreweg het beste. Wat moet het heerlijk zijn om dicht bij Hem te zijn. Dan geldt ook dat ik in dit leven daar een voorsmaak van ervaar. En na dit leven volkomen zaligheid. Daar kijk ik verlangend naar uit.”